• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Kwalificatie OFGR door 2% aandelen bij dochter

23 april 2020 door Remco Latour

distributeur voor multi-levelmarketingorganisatie; winst uit onderneming

Rechtbank Gelderland neemt het begrip ‘gemene rekening’ vrij ruim bij de beoordeling of een fonds een open fonds voor gemene rekening is. Zo kan al sprake zijn van gemene rekening als een echtpaar samen 98% van de participaties houdt en hun dochter 2%.

Een vrouw hield samen met haar echtgenoot op 1 januari 2017 98% van de participaties in een fonds. Hun dochter hield de overige 2%. De vrouw wilde dat de Belastingdienst het fonds aanmerkte als een (open) fonds voor gemene rekening (OFGR). In dat geval zouden de participaties in het fonds namelijk geen box 3-vermogen zijn. Maar de inspecteur vindt de verhouding in de participaties te scheef, zodat geen sprake is van een gemene rekening. Volgens hem zijn de echtgenoten overheersende participanten. Zij zouden de dochter erbij hebben gehaald om het fonds de vorm te geven van een voor gemene rekening gedreven lichaam. Overigens zou de inspecteur wel akkoord gaan met een verhouding van 90% – 10%.

Concrete invulling ontbreekt

De rechtbank merkt op dat de wet geen concrete invulling geeft aan het begrip ‘gemene rekening’. Uit de wetsgeschiedenis blijkt wel dat er minstens twee participanten moeten zijn. De verdeling van 90% – 10% is echter ontleend aan de collectiviteitseis van de vrijgesteld beleggingsinstelling. De rechtbank vindt dat de fiscus niet aannemelijk maakt dat een fonds dat binnen een familiekring is opgericht per se een beleggingsinstelling is. De rechtbank oordeelt dat het fonds op 1 januari 2017 al kwalificeerde als een OFGR. Daarmee zijn de participaties in dit fonds geen box 3-vermogen voor de vrouw.

Wet: art. 2, derde lid Wet Vpb 1969

Bron: Rechtbank Gelderland 2 april 2020 (gepubliceerd 20 april 2020), ECLI:NL:RBGEL:2020:2191, AWB 19/6463

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Eisen aan financiële steun
Volgende artikel
Nieuw platform 'Nederland werkt door'

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Lastenverzwaring box 3 gaat niet door, wel versnelde afbouw Wet Hillen

De geplande lastenverzwaring in box 3 voor spaarders en beleggers in 2026 gaat niet door. Om het gat in de begroting te dichten kiest de Tweede Kamer ervoor de Wet Hillen versneld af te bouwen.

Beslaglegging fiscus

Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

A-G Koopman vindt dat partners na een collectieve uitspraak in een massaalbezwaarprocedure alsnog de verdeling van de box 3-grondslag mogen wijzigen.

massaal bezwaar plus procedure 2017 tot en met 2020

Mededeling standpunt toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan partieel buitenlandse belastingplichtige

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en de Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH hebben aan het standpunt over de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan een partieel buitenlandse belastingplichtige een mededeling toegevoegd ten aanzien de toepassing van het beleid uit het standpunt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×