• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Estate planning
    • Tax Technology
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials

Uitbreiding rechtsbescherming invorderingswet

13 februari 2017 door Ferry Piek

In het Belastingplan 2017 worden een aantal fundamentele wijzigingen voorgesteld ter vereenvoudiging en stroomlijning van het bestaande invorderingssysteem (zie de blog van Arjo van Eijsden van 23 september 2016). De belangrijkste wijzigingen zijn ingegeven door de wens problematische schulden zo veel als mogelijk te voorkomen en zien aldus met name op aanpassing van het uitstel- en kwijtscheldingsbeleid voor particulieren. De uitbreiding van de rechtsbescherming door uitstelbeschikkingen van de Ontvanger voor bezwaar vatbaar te maken ziet evenwel ook op ondernemers en is daarmee een voor de invorderingspraktijk belangwekkende wijziging.

De rechtsbescherming in de Invorderingswet 1990 is altijd een ondergeschoven kindje geweest. Voor zover al kan worden gesproken van rechtbescherming, is sprake van versnipperde en allerminst eenduidige regelgeving. Voor enkele zaken -betalingskorting, invorderingsrente en aansprakelijkheden- is een volwaardige rechtgang naar de fiscale rechter opengesteld. In de meeste gevallen, echter, staat enkel een beroep open op de civiele rechter als restrechter, al dan niet na het doorlopen van een administratief beroep bij de algemeen directeur Belastingen. De civiele rechter staat evenwel slechts een marginaal toetsingskader ter zake van het handelen van de Ontvanger ten dienste, terwijl ook de verplichte procesvertegenwoordiging en hoge griffierechten in civilibus een niet voor eenieder makkelijk te nemen drempel is.

 

Zijn invorderingstaak brengt natuurlijk met zich dat de Ontvanger geen tandeloze tijger mag zijn en een zekere mate van knijpen en piepen is ‘part of the game’. Toch mag het minst genomen paradoxaal genoemd worden dat bij uitstek het fiscale bestuursorgaan met de meest vérgaande bevoegdheden nagenoeg niet aan een volwaardige rechtmatigheidstoetsing is onderworpen voor wat betreft de uitoefening van die bevoegdheden.

 

Het wellicht door de wetgever destijds goed bedoelde doekje voor het bloeden van de administratieve beroepsgang naar de directeur, heeft in de praktijk zelfs díe functie niet waar kunnen maken. Ondanks aanbevelingen van de Nationale Ombudsman (zie bijvoorbeeld NO 11 februari 2015, nr. 2015/019), is de beroepsgang verworden tot een formaliteit leidende tot standaard afwijzing. Tot een onafhankelijke en nieuwe beoordeling op basis van eigen onderzoek blijkt de directeur niet genegen te zijn.

 

Dit gebrek aan rechtmatigheidstoetsing kan in de praktijk tot navrante situaties leiden, met name in die gevallen waar de Ontvanger de grenzen opzoekt en zijn bevoegdheden inzet om pressie uit te oefenen. Zo wordt de mogelijkheid zekerheid te eisen als voorwaarde voor uitstel van betaling hangende bezwaar en (hoger) beroep regelmatig ingezet als drukmiddel. Wordt de gewenste volledige zekerheid voor de betwiste schuld niet gesteld, dan is het niet ongebruikelijk dat de ontvanger zich door middel van executiemaatregelen zelf de gewenste zekerheid van betaling zal proberen te verschaffen. Hiertegen kan dan verzet ex artikel 17 Invorderingswet 1990 worden ingesteld bij de civiele rechter. Sinds het ‘eerherstel’ van de daaraan verbonden wettelijke schorsende werking (HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1188) tracht de Ontvanger echter steeds vaker die schorsende werking te ontlopen door tot faillissementsaanvraag over te gaan. Let wel, zelfs in geval van betwiste aanslagen. Hetzelfde gebeurt in voorkomend geval waar de Ontvanger een levensvatbare onderneming in strijd met het uitstelbeleid geen betalingsregeling toestaat. De Ontvanger wacht dan steeds vaker de marginale toetsing van zijn uitstelbeschikking door de civiele rechter niet af en gaat hangende het verzet over tot faillissementsaanvraag.

 

De aangekondigde invoering van rechtsbescherming via de fiscale rechter is juist in dit soort gevallen dus allerminst een overbodige luxe. Een volwaardige rechtmatigheidstoetsing van de uitstelbeschikking door de fiscale rechter wordt in de praktijk node gemist en kan wat mij betreft niet snel genoeg ingevoerd worden. Het streven is inwerkingtreding per 1 januari 2017.

Filed Under: Blogs, Formeel belastingrecht

Reageer
Vorige artikel
Naar een nieuwe regeling voor de personenvennootschappen
Volgende artikel
Nieuw verdrag met Duitsland: Het wordt nu echt serieus!

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

ministerie financien

Jaarverslagen kennisgroepen (gedeeltelijk) openbaar

De jaarverslagen van de kennisgroepen successie- en schenkingsrecht, omzetbelasting, loonbelasting en premieheffing, overdrachtsbelasting, overheid, vrijstellingen, internationaal en premieheffing en wet tegemoetkoming loondomein zijn (gedeeltelijk) openbaar gemaakt naar aanleiding van een Woo-verzoek.

Belastingdienst

Stand van zaken Belastingdienst

Staatssecretaris Van Rij informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken van de Belastingdienst voorafgaand aan het Commissiedebat Belastingdienst van 23 maart 2023.

NTFR Opinie

Opinie | Beroepseed voor belastingadviseurs?

Op 14 december 2022 publiceerden de leden van de Tweede Kamer Van der Lee (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) de ‘Initiatiefnota Aanpak van Nederland als belastingparadijs’. Het doel van de initiatiefnota is om de aanpak van belastingontwijking verder te brengen en ervoor te zorgen dat Nederland niet langer spil is in het internationale web van belastingontwijking.... lees verder

verzuimboete

Geen avas bij onjuiste opgaaf ICP door adviseur

Het indienen van een onjuiste opgaaf ICP kan leiden tot een verzuimboete. Een vergissing van de adviseur betekent niet dat de ondernemer niets te verwijten valt.

berichtenbox mijn overheid

Digitaal bezwaar is (ook) bezwaar

Aangezien een belastingplichtige bezwaar heeft gemaakt via het online portal van de gemeente, is het onwaarschijnlijk dat hij de naheffingsaanslag niet via MijnOverheid heeft ontvangen.

Geef een antwoord Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Symposium Formeel Belastingrecht

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×