• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

A-G: onzekerheid is nodig voor kwalificatie periodieke gift

13 september 2021 door Remco Latour

Advocaat-generaal Niessen concludeert dat een schenking die afhankelijk is van het leven van twee personen minder onzeker is dan bij afhankelijkheid van het leven van één persoon. Dit heeft gevolgen voor de kwalificatie van periodieke gift.

Bij notariële akte van 22 december 2011 verplichtten twee echtgenoten zich om gedurende een periode van vijf kalenderjaren jaarlijks ene bedrag van € 50.000 te schenken aan een stichting.  De schenkingsakte bepaalde dat dat de verplichting tot schenking eerder zou vervallen als de langstlevende schenker zou overlijden. Verder bevatte de akte een ontbindende voorwaarde. Daardoor zou de schenkingsverplichting eindigen als de stichting haar status van algemeen nut beogende instelling (anbi) zou verliezen. De Belastingdienst merkte de gift niet aan als een periodieke gift, maar als een gewone gift. Daardoor hield de fiscus rekening met een drempel. De echtgenoten waren het daar niet mee eens en begonnen een beroepsprocedure.

Lage sterftekans

De inspecteur motiveert zijn standpunt door te stellen dat de kwalificatie van periodieke gift vereist dat sprake is van een wezenlijke onzekerheid. Voor het vaststellen van het perioddieke karakter moet men namelijk aansluiten bij de kwalificatie van de periodieke uitkering. De onzekerheid moet zich uiten in een sterftekans van meer dan 1%. In dit geval heeft de fiscus de sterftekans van de echtgenoten berekend op 0,03%. Het echtpaar betwist dat dit vereiste geldt. Maar de Advocaat-generaal (A-G) meent dat de wetgever andere termen zou hebben gebruikt als geen sprake was van een onzekerheidsvereiste. In dat geval zou de wetgever hebben gesproken van een ‘vaste rente’ of een ‘kapitaal in termijnen’.

Kans op verlies anbi-status

Daarnaast voert de echtgenoot aan dat de kans op het verlies van de anbi-status van de stichting ten onrechte buiten beschouwing is gelaten bij de onzekerheidstoets. De A-G concludeert echter dat de echtgenoten niet aannemelijk hebben gemaakt dat de kans dat de stichting binnen vijf jaar haar anbi-status zal verliezen groot genoeg is om de lage sterftekans te compenseren.

Tevergeefs beroep op gelijkheidsbeginsel

Ten slotte doet de echtgenoot een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Maar de A-G meent dat de situatie waarbij een periodieke gift afhankelijk is gesteld van het leven van één persoon, niet gelijk is aan die waarbij de periodieke gift afhankelijk is van het leven van twee of meer personen. Globaal genomen dient men voor het bepalen van de kans op overlijden van twéé personen binnen een bepaalde periode hun individuele sterftekansen met elkaar te vermenigvuldigen. De gezamenlijke overlijdenskans is steeds kleiner dan die van ieder afzonderlijk. Overigens heeft de echtgenoot betoogt dat de gecombineerde sterftekans van twee andere personen gelijk zou kunnen zijn aan die van een persoon van dertig jaar. Maar dat kan als de andere personen beduidend ouder zijn, aldus de A-G. Hij adviseert daarom de Hoge Raad om het cassatieberoep van de echtgenoot ongegrond te verklaren.

Wet: art. 6.34, 6.38 en 6.39 Wet IB 2001

Bron: Parket bij de Hoge Raad 17 augustus 2021 (gepubliceerd 10 september 2021), ECLI:NL:PHR:2021:760, 21/00732

Filed Under: Estate Planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Nieuwe Leidraad Horizontaal Toezicht Fiscaal dienstverleners
Volgende artikel
Inschatting van teveel uitbetaalde steun vrij onzeker

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

biologisch kind; vrijstelling

Mededeling toepassen kindvrijstelling en kindtarief (hardheidsclausule)

De staatssecretaris van Financiën heeft de hardheidsclausule toegepast in gevallen waarin de Successiewet 1956 geen mogelijkheid biedt om de kindvrijstelling en het kindtarief toe te passen, wanneer een kind erft van zijn biologische vader zonder dat er een familierechtelijke relatie bestaat en die vader dus niet juridisch als vader wordt erkend.

breukdelengemeenschap

Eerlijk zullen we alles (breuk)delen, wat is de norm?

De breukdelengemeenschap in het huwelijksvermogensrecht ligt onder fiscaal vuur. Voor zover sprake is van ongelijke breukdelen ziet het kabinet hierin een constructie om schenk- en erfbelasting te voorkomen. In het juni-nummer van Vakblad Estate Planning leggen mr. Anne-Marie Nijman en mr. Janine Sturme uit wat het kabinet van plan is en plaatsen ze enkele kritische... lees verder

woning-verkoop

KGS fiscaal partnerschap bij bloot eigendom en recht van gebruik en bewoning

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of sprake is van fiscaal partnerschap wanneer een belastingplichtige de bloot eigendom van een woning heeft en in die woning gaat samenwonen met een belastingplichtige die het recht van gebruik en bewoning van die woning heeft. Ouders hebben de bloot eigendom van hun woning overgedragen aan hun... lees verder

BOR vijfjaarstermijn

Geen vorderingsrecht en geen partnervrijstelling voor inwonend kind

Een inwonende zoon krijgt geen vrijstelling erfbelasting, ook niet bij langdurig samenwonen met ouder. Het hof wijst zowel het beroep op een schuldig erfdeel als de mantelzorguitzondering af.

Belastingontwijking

Van Oostenbruggen ontraadt motie over onafhankelijk fundamenteel onderzoek onbelaste vermogensoverdracht

Staatssecretaris Van Oostenbruggen ontraadt een ingediende motie over een onafhankelijk fundamenteel onderzoek naar onbelaste vermogensoverdrachten.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Basiscursus Estate planning

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

Verdiepingscursus Vereffening van nalatenschappen

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Congres Estate Planning 2025

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×