Zuiveringsheffing
Belanghebbende en haar zoon vormen op het hoofdadres een gezamenlijke huishouding; dit wettigt het vermoeden dat dit ook geldt voor de recreatiewoning. Met de enkele verklaring van de zoon dat hij zelden in de recreatiewoning aanwezig is, is dat vermoeden niet weerlegd.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2015:2002
Geef een reactie