Voor de toekenning van vergoeding van immateriële schade ziet het Hof ziet geen reden om de redelijke termijn in verband met bijzondere omstandigheden te verlengen. Dat de procedure gezamenlijk is behandeld met de procedure van de echtgenoot en dat de correctie tussen de echtgenoten is verdeeld is geen reden voor matiging van de vergoeding.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:8364&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie