In hoger beroep is in geschil of de door belanghebbende ter zake van de verhuur van het pand ontvangen huurpenningen op de voet van artikel 3.91, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) zijn belast. Daartoe stelt hij primair dat het pand niet ter beschikking is gesteld aan [C] BV maar aan zijn vader in privé en subsidiair dat hij geen aanmerke…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:1721
Geef een reactie