In hoger beroep zijn, gelet ook op de door belanghebbende voor de Rechtbank ingetrokken stellingen, alleen nog de waarde van de onroerende zaak [E] en, bij wijze van incidenteel hoger beroep, de waarde van [B] in geschil. De heffingsambtenaar heeft zich ook gekant tegen de door de Rechtbank uitgesproken vergoeding van immateriële schade.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2019:676&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie