De Inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat belanghebbende, zowel in absolute als relatieve zin, aanzienlijk te lage aangiften IB/PVV, Zvw en omzetbelasting heeft gedaan en dat belanghebbende ten tijde van het doen van deze aangiften zich ervan bewust was dat tot die bedoelde omvang te lage aangiften zijn gedaan. Het Hof hecht in dit kader belang aan de door de Inspecteur overgelegde vermogens…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2019:375&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie