Bij beslissing van 26 februari 2019 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant de Hoge Raad ex art. 27ga AWR twee nieuwe aanvullende prejudiciële vragen gesteld in verband met de intrekking van ’s Hogen Raads eerste prejudiciële vraag in belanghebbendes bij het HvJ aanhangige zaak C-156/17([X]). De rechtbank wil in het licht van het HvJ-arrest C-480/16 (Fidelity Funds) en van de tweede aanvullende…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2019:545&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie