Eiser heeft de aanvraag kindgebonden budget niet binnen de in artikel 15, eerste lid, van de Awir gestelde termijn ingediend.
De aanvraag is dan ook terecht door verweerder afgewezen. Dat aan eiser in een gesprek zou zijn toegezegd dat alles op
tijd in orde zou komen, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aannemelijk geworden.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2017:8131&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie