Verweerder maakt niet aannemelijk dat het vermogen van een stichting op grond van het leerstuk van fiscale transparantie dan wel op grond van artikel 2.14a Wet IB 2001 aan eiser dient te worden toegerekend.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:4990&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie