Van schending van de hoorplicht is geen sprake. De verzuimboete is immers verminderd naar nihil, zodat verweerder op grond van artikel 7:3, letter e van de Awb heeft mogen afzien van het horen.
Het verzoek om proceskostenvergoeding heeft verweerder bij afzonderlijk besluit ingewilligd. Dit verzoek betreft een afzonderlijk verzoek dat niet kan worden beschouwd als behorend tot het bezwaar tegen…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:11076&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie