Het besluit van de raad van de gemeente van 24 maart 1923, waarbij aan [G] het recht is verleend om elektriciteitsleidingen te hebben, aan te brengen en te houden in gronden van de gemeente, staat in de weg aan de heffing van precariobelasting. De gemeente is niet bevoegd om op te treden tegen de aanwezigheid van de onderhavige elektriciteitsleidingen, hetgeen naar de strekking van artikel 228 …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2015:6889
Geef een reactie