De directeur-grootaandeelhouder mocht, met inachtneming van de door hem te betrachten zorgvuldigheid, redelijkerwijze niet menen dat de vennootschap aan haar verplichting tot afdracht van de dividendbelasting zou voldoen. De directeur-grootaandeelhouder is niet te goeder trouw ter zake van de ingehouden maar niet afgedragen dividendbelasting. Nu er geen sprake is van geheven dividendbelasting i…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2015:7169
Geef een reactie