De pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding op transfersommen betaald in het betaald voetbal, is naar het oordeel van de rechtbank niet strijdig is met doel en strekking van de Wet LB 1964.
Evenmin is er strijd met artikel 1 EP. Dat sprake is van een individuele en buitensporige last is niet gebleken. Tot slot is geen sprake is van schending van artikel 14 EVRM en artikel 26 IVBPR.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2017:3212
Geef een reactie