Herinvesteringsreserve
Het uiteindelijke belang in de (achter)kleindochtervennootschappen is in belangrijke mate gewijzigd voordat er aanschaffings- of voortbrengingskosten in de zin van artikel 3.54 Wet IB ter zake van het vervangende onroerend goed zijn gemaakt. Op het moment dat de koopovereenkomsten m.b.t. het vervangende onroerend goed tot stand zijn gekomen, heeft belanghebbende immers n…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2013:9568
Geef een reactie