Bpm – Onderdeel 3.4 van Bijlage I van de Uitvoeringsregeling Bpm
Belanghebbende heeft gesteld dat de eis voor de bepaling van de handelsinkoopwaarde in de situatie waarin referentiemotorrijtuigen niet identiek zijn aan de auto, van het gemiddelde van 3 tot 5 referentiemotorrijtuigen moet worden uitgegaan, in strijd is met het Unierecht. Alsdan moet volgens belanghebbende worden uitgegaan van de…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2019:1425&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie