In hoger beroep is in geschil of aan belanghebbende terecht en op juiste gronden de naheffingsaanslagen verontreinigingsheffing zijn opgelegd. In het bijzonder is in geschil of belanghebbende aan het onder 2.8 genoemde bedrijfsbezoek en het uitblijven van toegestuurde aangifteformulieren verontreinigingsheffing voor de in geschil zijnde jaren het gerechtvaardigde vertrouwen mocht ontlenen dat van haar geen verontreinigingsheffing zou worden nageheven. In hoger beroep is niet langer in geschil dat de Heffingsambtenaar op de voet van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in beginsel een termijn van drie jaar heeft om een naheffingsaanslag op te leggen. Evenmin is in hoger beroep de cijfermatige berekening van de drie naheffingsaanslagen in geschil.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY6004
Geef een reactie