Naar het oordeel van het Hof kwalificeert de praktijkruimte van belanghebbende niet als een naar verkeersopvatting zelfstandig deel van de woning in de zin van artikel 3.16, eerste lid van de Wet IB 2001. Voorts maken werknemers van belanghebbende bij vervanging van belanghebbende gebruik van de werkruimte; een dergelijk beperkt gebruik brengt niet mee dat niet langer gesproken kan worden van een werkruimte ’ten behoeve van de belastingplichtige zelf’, in de zin van artikel 3.16, eerste lid Wet IB. De aftrekbeperking van dit artikel is dus van toepassing op belanghebbendes werkruimte.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ0505
Geef een reactie