Voor de IB ruisende inbreng van onderneming met (hotel) pand in BV in 2007. Overinbreng volledig gecrediteerd als schuld. Volgens Inspecteur, Rechtbank en Hof vervalt de inbrengvrijstelling van overdrachtsbelasting van artikel 15, eerste lid, onder 2, WBR. Rectificatie door alsnog boeken van gehele overinbreng als agio heeft niet (onverwijld) plaatsgevonden. Voor teruggave op de voet van art 19 WBR wegens dwaling dient een aparte procedure te worden gevolgd. Maar geen boete omdat standpunt dat art. 5, tweede lid, UBRV onverbindend is pleitbaar is gezien discussie in litteratuur. Hoger beroep in zoverre gegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ4338
Geef een reactie