Dit besluit bevat het beleid voor de juridische afsplitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 12 augustus 2022.
Met de actualisering van dit besluit is het volgende gewijzigd.
- Dit besluit bevat geen tekstblokken meer voor de inspecteur. De beleidsmatige onderdelen van deze tekstblokken zijn in het huidige besluit verwerkt in de hoofdtekst van het besluit, een inhoudelijke beleidswijziging is niet beoogd.
- Paragraaf 3.3 verduidelijkt dat met het afgeven van een beschikking op grond van artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 de inspecteur geen zekerheid verstrekt over de zogenoemde ontgaanstoets van artikel 14a, zesde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
- De toelichting op artikel 13ca van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is vervallen, omdat de kans klein is dat deze met ingang van 2006 vervallen bepaling via het overgangsrecht nog toepassing vindt.
- In paragraaf 7.2. geldt geen beperking meer voor de algemene toestemming van de inspecteur voor situaties waarbij de afsplitsende rechtspersoon of verkrijgende rechtspersoon de rechtsvorm heeft van een coöperatie. Voor de situatie dat de verkrijgende rechtspersoon valt onder artikel 9, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de afsplitsende rechtspersoon niet, is in paragraaf 7.3.2. een (aanvullende) voorwaarde opgenomen.
- Paragraaf 8 over het meegeven van verliezen is zo geherformuleerd dat als voldaan wordt aan de voorwaarden, de goedkeurende regeling direct van toepassing is. Een voorafgaande beslissing door de inspecteur is niet meer vereist. Door deze aanpassing is het beleid voor het meegeven van verliezen bij juridische afsplitsing nu procedureel gelijk aan dit beleid bij de andere reorganisatiefaciliteiten. De inhoudelijke voorwaarden voor toepassing van de goedkeuring zijn ongewijzigd.
- Paragraaf 8.5 ‘Andere subjectgebonden aanspraken’ is nieuw toegevoegd.
- In paragraaf 9.2 is verduidelijkt dat de goedkeuring met betrekking tot te late verzoeken vervalt door het onherroepelijk worden van een aanslag die is vastgesteld met inachtneming van een belaste overdracht. Daarnaast bevat het besluit enkele redactionele wijzigingen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Het besluit van 12 augustus 2022, nr. 2022-188692 (Stcrt. 2022, 22290) is ingetrokken met de inwerkingtreding van dit besluit.
Bron: Besluit van 21 augustus 2025, nr. 2025-219642, Ministerie van Financien, Stcrt. 2025, 31431





Geef een reactie