• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

De bijzondere positie van artiesten in de fiscale praktijk

25 november 2019 door Michel Halters

Artiesten nemen een bijzondere positie in de Nederlandse fiscale wetgeving in. Enerzijds zijn ze zelfstandig, anderzijds zijn organisatoren als inhoudingsplichtigen verplicht loonheffingen en premies werknemersverzekeringen in te houden.

Artiesten en sporters kunnen gebruikmaken van een speciale fiscale regeling, de artiestenregeling van artikel 5a Wet LB 1964. Volgens deze bepaling is een artiest iemand die volgens een overeenkomst van korte duur als musicus optreedt of anderszins als artiest. Hoewel het artiestenbegrip in de Wet op de loonbelasting niet zonder meer duidelijk is, bestaat er in de praktijk toch weinig onduidelijkheid over.

Dienstbetrekking

Iemand valt pas onder de artiestenregeling als hij niet als werknemer in (fictieve) dienstbetrekking werkzaam is. Vaak is een artiest of sporter gewoon in dienstbetrekking, denk aan de artiest in dienst van een gezelschap of de voetballer in dienst van een club in de betaalde voetbalsector of.

Gage

De opdrachtgever die een artiest laat optreden, is een vergoeding verschuldigd. Dit is de gage. De opdrachtgever moet hierover loonheffingen afdragen als de artiest de artiestenregeling toepast. In beginsel is de volledige gage belast. Het tarief is het gecombineerde tarief van de eerste schijf, voor 2019 dus 36,65%. De artiest mag echter de kleine vergoedingsregeling (van maximaal € 163) toepassen. Dit houdt in dat voornoemd bedrag in aftrek komt op de gage voor de bepaling van de verschuldigde loonheffingen. De opdrachtgever moet aan de artiest ook een loonstrook of loonstroken verstrekken en een jaaropgave. Voor artiesten heeft toepassing van de artiestenregeling tot gevolg dat hij voor de omzetbelasting een vrijgestelde ondernemer is. Hij hoeft geen btw aan te geven, maar kan ook geen btw terugvragen. Een ander gevolg is dat de artiest onder de werknemersverzekeringen valt, met uitzondering van de Zorgverzekeringswet. De opdrachtgever moet dus ook werkgeverpremies WW en WAO afdragen.

Hoe ziet u of u te maken heeft met iemand die onder de artiestenregeling valt? Zowel een artiest in dienstbetrekking als een artiest die onder de artiestenregeling valt, krijgen immers loonstroken. Op de loonstrook van een artiest onder de artiestenregeling wordt geen premie Zorgverzekeringswet vermeld. Daaraan kun je zien dat de artiest onder de artiestenregeling valt.

Meer informatie

Een artiest is niet verplicht de artiestenregeling te gebruiken. Soms is het voor een artiest juist interessant dat niet te doen. Dr. Dick Molenaar vertelt u in de focusuitzending van Tax Talks ‘Fiscale spelregels sporters & artiesten’ wanneer artiesten beter geen artiestenregeling kunnen gebruiken. Tevens behandelt Dr. Dick Molenaar de fiscale aspecten van internationale artiesten en artiestengezelschappen.

Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. Wekelijks (40x per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.

Wet: art. 2, 5a, 5b Wet LB 1964 en art. 2.5 UR LB 2011

Kijk hier naar een compilatie van de uitzending

Filed Under: Arbeid & loon, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Minder deelnemingsrente aftrekbaar door goodwillgat
Volgende artikel
NOB-reactie internetconsultatie Omvorming salderingsregeling kleinverbruikers

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

minimumbelasting

Standpunt berekening inkomen-inclusiebijheffing bij interne overdracht van een laagbelaste groepsentiteit

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een vraag beantwoord over de berekening van het bedrag aan inkomen-inclusiebijheffing ingeval van een overdracht, binnen dezelfde groep, gedurende het verslagjaar, van een laagbelaste groepsentiteit door een in Nederland gevestigde moederentiteit aan een andere moederentiteit die gevestigd is in een andere staat.

loon tijdens ziekte

Ingrijpende aanpassingen arbeidsongeschiktheidsstelsel noodzakelijk

Het arbeidsongeschiktheidsstelsel zit vast. Doorgaan op dezelfde weg is geen optie. Er zijn dringend ingrijpende veranderingen nodig in uitvoering én in wet- en regelgeving. Dat blijkt uit het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) over de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).

Loonheffingen

Nieuw in Overzicht betalen en ontvangen: naheffingsaanslagen loonheffingen

Het Overzicht betalen en ontvangen is verder uitgebreid. In het overzicht zijn nu ook naheffingsaanslagen loonheffingen te bekijken en te betalen met iDEAL.

zwanger-werknemer

Standpunt Verdrag NL – BEL en heffingsrecht WAZO-uitkeringen ivm zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en België bij uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof en aanvullingen van de werkgever daarop.

Standpunt over zelfstandige die als docent werkt en Verdrag NL-BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over het lerarenartikel in het belastingverdrag Nederland - België. De vraag ziet op een zelfstandige die als docent werkt voor een Nederlandse onderwijsinstelling en vervolgens na twee jaar in dienst treedt als docent bij dezelfde onderwijsinstelling.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Webinar zzp dossier, wanneer is er wel of niet sprake van schijnzelfstandigheid?

Online cursus introductie participatieregelingen en lucratieve belangen

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Online cursus Gebruikelijk loon 2026

Opleidingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×