• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

De verhuurderheffing nader bekeken

2 januari 2018 door Michel Halters

Wie al dan niet gezamenlijk met anderen vanaf 2018 meer dan vijftig woningen verhuurt in de sociale sector, is verhuurderheffing verschuldigd. Belastingplicht is mogelijk te voorkomen door bij gedeelde eigendom van woningen, de gemeenschap op te heffen en de woningen aan de afzonderlijke deelgenoten toe te delen.

Wie aan het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van meer dan tien (vanaf 2018: vijftig) huurwoningen in de gereguleerde sector, moet verhuurderheffing betalen. Belastingplichtig kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen of groepen van personen zijn.

 

Grondslag

De heffingsgrondslag voor de verhuurderheffing is het belastbare bedrag. Dit is de som van de WOZ-waarden van de huurwoningen, waarvan de belastingplichtige de volledige eigendom, gedeelde eigendom of een beperkt recht heeft. De verhuurderheffing geldt alleen voor huurwoningen waarvan de huurprijs beneden de grens van de huurtoeslag (voor 2017: € 710,68) blijft.

 

Tarief

Voor 2017 bedraagt het tarief 0,536% van het belastbare bedrag. In 2018 gaat het tarief omhoog naar 0,591%, daar staat echter tegenover dat een hogere vrijstelling van toepassing wordt.

 

Verminderingen

Voor de berekening van de verhuurderheffing, mag de belastingplichtige een algemene vermindering toepassen. Voor 2017 bedraagt deze vermindering tien maal de gemiddelde WOZ-waarde. Vanaf 2018 bedraagt de vermindering vijftig maal de gemiddelde WOZ-waarde. Naast deze algemene vermindering bestaat nog een aantal verminderingen. Verhuurders van sociale huurwoningen hebben recht op een vermindering van de verhuurderheffing als zij overgaan tot sloop in zogenoemde krimpgebieden. Deze krimpgebieden worden uitgebreid met de achterhoek en Noordoost Fryslân. De maatregel gaat in met terugwerkende kracht en is van toepassing op woningen die na 1 januari 2017 zijn aangeschaft. Materieel heeft deze wijziging dus pas effect per 1 januari 2018, want dat is de eerstvolgende peildatum. Daarnaast is per 1 april 2017 een heffingsvermindering ingevoerd voor woningen met een huur die lager is dan € 592,55 (eerste aftoppingsgrens). In het kader van stedelijke vernieuwing komt een vrijstelling voor corporaties, die woningen kopen van particulieren na 1 januari 2017.

 

Voorgestelde wijzigingen vanaf 2018

Naast verhoging van het tarief en de vermindering van de grondslag met vijftig maal de gemiddelde WOZ-waarde van huurwoningen met een huur van € 710,68 of minder, verandert nog het een en ander in de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II. Er komt een vrijstelling voor de verhuur van woningen die kwalificeren als Rijksmonument. De regeling waarbij niet voor bewoning bestemde ruimten worden verbouwd naar wel als zodanig te gebruiken ruimten, wordt minder aantrekkelijk gemaakt. Dit geldt bijvoorbeeld voor scholen, kerken of kantoren die worden verbouwd tot woningen. De vermindering geldt in zulke gevallen alleen nog maar als de huur van de na verbouwing te realiseren huurwoningen onder de zogeheten eerste aftoppingsgrens blijft. Voor 2017 bedraagt deze momenteel € 592,55. Tot slot gaat vanaf 2018 een gemaximeerde heffingsgrondslag gelden van € 250.000. Boven de WOZ-waarde van € 250.000 is geen verhuurderheffing meer verschuldigd.

 

Verhuurderheffing discriminatoir

Op dit moment loopt een aantal procedures waarbij de rechtmatigheid van de verhuurderheffing in het geding is. Advocaat-Generaal (A-G) P.J. Wattel heeft in zijn conclusies van 28 december 2016, ECLI:NL:PHR:2016:1374 en ECLI:NL:PHR:2016:1426, geoordeeld dat de verhuurderheffing het gelijkheidsbeginsel in meerdere opzichten schendt. Bij de verhuurderheffing is bij gedeelde eigendom slechts één van de medegerechtigden belastingplichtig. Dat is degene aan wie de WOZ-beschikking van die huurwoning bekend is gemaakt door de gemeente. Belastingplicht is dan afhankelijk van het adresseringsbeleid van gemeenten. In de praktijk komt dat meestal erop neer dat de oudste van de mede-eigenaren de aanslag verhuurderheffing krijgt. Anders dan voor de Wet waardering onroerende zaken, kent de verhuurderheffing geen regresregeling. Volgens de A-G leidt deze benadering tot leeftijdsdiscriminatie. Volgens de A-G leidt verder het inconsistent uitdrukken van de heffingsgrondslag in een geldwaarde en van de voetvrijstellingen in aantal woningen tot het willekeurig ontstaan of niet-ontstaan van belastingplicht. Dit komt omdat de voetvrijstelling los staat van de werkelijke eigendomsverhoudingen. Hof Den Haag oordeelde in navolging van de A-G dat de verhuurderheffing discriminatoir is. Zie ook ‘Verhuurderheffing discriminatoir bij mede-eigendom’ Of de Hoge Raad het standpunt van de A-G en het hof zal volgen is uiteraard nog de vraag.

 

Geen verhuurderheffing meer bij opheffen gemeenschap

Mede-eigenaren van woningen kunnen dus mogelijk onder de verhuurderheffing uitkomen, als zij de gemeenschap opheffen en de woningen toedelen aan de afzonderlijke deelgenoten. In dat geval krijgt ieder recht op de voetvrijstelling van tien (vanaf 2018: vijftig) woningen. Bovendien wordt de voormalige deelgenoot aangeslagen voor de werkelijke eigendomsverhouding, zijnde zijn eigen eigendom, in plaats van het totaal van de gemeenschap waarvan hij deel uitmaakte.

 

Ideële stichting belastingplichtig voor verhuurderheffing

Ook wanneer de huurders geen of een niet-kostendekkende huur betalen aan een stichting, is deze laatste verhuurderheffing verschuldigd. Zie hiervoor het arrest van de Hoge Raad. Zie ‘Ook verhuurderheffing bij geringe bijdrage voor hofjeswoningen.

 

Wet: Wet maatregelen woningmarkt 2014 II, artikel 24 Wet waardering onroerende zaken

Filed Under: Nieuws, Vastgoed, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Kunst geërfd? Verzoek om kwijtschelding van erfbelasting
Volgende artikel
Extra acties voor dga’s met PEB en extern verzekerd pensioen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

amsterdam

Investeerders blijven huurwoningen verkopen

De verkoopgolf van huurwoningen door investeerders ging in het derde kwartaal onverminderd door. Beleggers verkochten opnieuw veel meer woningen dan zij aankochten, waardoor hun totale woningbezit verder kromp.

te hoge woz-waarde appartementen

Minister Keijzer wil gesprek met Tweede Kamer over maatregelen middenhuur

Minister Keijzer wil zo spoedig mogelijk met de Tweede Kamer in gesprek over effectieve maatregelen om het aanbod van huurwoningen, met name in het middensegment en studentenhuisvesting, op peil te houden.

vastgoed en box 3

Box 3 vastgoed in de praktijk: stand van zaken

De fiscale behandeling van vastgoed in box 3 verandert ingrijpend. In de Tax Talks-focusuitzending van november bespreekt prof. dr. Tom Berkhout de ontwikkeling van het stelsel vanaf het Kerstarrest tot en met het wetsvoorstel voor 2028, met bijzondere aandacht voor de gevolgen van de box 3-heffing op vastgoed in de inkomstenbelasting.

woning-verkoop

Rapport ‘Investeringsklimaat Middenhuur’

Minister Keijzer (VRO) informeert de Tweede Kamer over het onderzoeksrapport 'Investeringsklimaat Middenhuur'. Dit rapport is in navolging van afspraak 7 van de Woontop 2024 om het investeringsklimaat voor investeringen in middenhuurwoningen te onderzoeken.

wet rechtsherstel box 3 en beleggers

Maatregelen voor behoud middenhuurwoningen

Minister Keijzer heeft vier voorstellen naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd om particuliere verhuurders van middenhuurwoningen meer ruimte te geven, vooral in grote steden.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Masterclass in de Eigenwoningregeling

Masterclass Vastgoedfiscaliteiten

Meerdaagse opleiding Vastgoedfiscaliteiten

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×