• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Heffing box 3 op stelselniveau schendt artikel 1 EP

17 juni 2019 door Michel Halters

Voor de jaren 2013 en 2014 is op stelselniveau het destijds door de wetgever in het forfaitaire stelsel van box 3 voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van vier procent niet meer haalbaar, zonder daar risico’s voor te hoeven nemen. Van een schending van art. 1 EP is sprake als het zonder risico’s gemiddeld haalbare rendement voor 2013 en 2014 lager is dan 1,2%.

In een aantal arresten heeft de Hoge Raad 14 juni 2019 geoordeeld over de vraag of de vermogensrendementsheffing voor de jaren 2013 en 2014 in strijd is met artikel 1 eerste protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (artikel 1 EP). De belastingplichtige is van oordeel dat de forfaitaire rendementsheffing van box 3 op stelselniveau in strijd is met artikel 1 EP omdat die heffing niet meer in een redelijke, proportionele verhouding tot het werkelijke rendement op spaarsaldi staat en het stelsel geen enkele vorm van tegenbewijs en geen verrekening met eerder geheven bedragen toestaat.

 

Buitensporige last

De Hoge Raad oordeelt dat de inbreuk die de belastingheffing van box 3 op het ongestoorde eigendomsrecht legitiem is, omdat de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft om een regeling in te voeren. Wel kan het forfaitair heffen van inkomstenbelasting over de inkomsten uit sparen en beleggen voor een bepaald jaar op stelselniveau in strijd komen met artikel 1 EP als komt vast te staan dat het destijds door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van vier procent voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is en belastingplichtigen worden geconfronteerd met een buitensporige last. De Hoge Raad oordeelt dat voor de jaren 2013 en 2014 op stelselniveau het destijds door de wetgever in het forfaitaire stelsel van box 3 voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van 4% niet meer haalbaar was zonder daar veel risico voor te hoeven nemen. Vervolgens is van belang of de belastingdruk in box 3 voor de jaren 2013 of 2014 hoger is dan het gemiddeld zonder veel risico’s haalbare rendement. In die situatie worden belastingplichtigen op stelselniveau geconfronteerd met een buitensporig zware last in box 3 die zich niet met het door artikel 1 EP beschermde recht op ongestoord genot van eigendom verdraagt. Daarvan is sprake als het nominale zonder veel risco’s te behalen rendement voor de jaren 2013 en 2014 lager is dan 1,2%. Met een dergelijke schending op stelselniveau gaat een rechtstekort gepaard, waarin niet kan worden voorzien zonder op stelselniveau keuzes te maken. Voor ingrijpen van de rechter is dan in beginsel geen plaats, behalve in het geval van een individuele en buitensporige last.

 

Wet: art. 1 EP, art. 2.13, 5.2 en 5.3 Wet IB 2001 (tekst 2013 en 2014)

 

Meer weten?

Drs. Jeroen Knol verzorgt op 26 november 2019 de Masterclass Vermogen in box 1, 2, 3. > INFORMATIE EN AANMELDEN

 

Zie ook:

Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:817

Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:911

Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:912

Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:946

Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:948

Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:949

Meer informatie: Hoge Raad 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:816

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Principeakkoord pensioenstelsel, instemming FNV
Volgende artikel
Stand van zaken informatiebeveiliging Belastingdienst

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

belastingontwijking

Tweede Kamer wil onderzoek naar vermogen in offshore financial centers

De Tweede Kamer wil dat het kabinet het Nederlandse vermogen in offshore financial centers nader onderzoekt. Dat is de strekking van een motie die 10 juni is aangenomen.

partners-aanslag

Keuzeverdeling fiscaal partnerschap en box 3 niet te wijzigen na onherroepelijke aanslag

De onderlinge verdeling van box 3 en de keuze voor het hele jaar fiscaal partnerschap kunnen na onherroepelijk vaststaande aanslagen niet meer worden aangepast.

Aangfite Inkomstenbelasting

Zorgen over uitvoerbaarheid Wet tegenbewijsregeling box 3

De Tweede Kamer blijft ongerust over de tegenbewijsregeling box 3. In de Kamer heersen grote zorgen over de uitvoerbaarheid. Dat bleek tijdens een Kamerdebat. Een van de zorgen is het ontbreken van een kostenaftrek voor particuliere vastgoedbeleggers.  De ChristenUnie heeft daarom samen met het CDA een amendement ingediend om de aftrek alsnog toe te voegen.... lees verder

kennisgroepstandpunt BOR aandelen

Kapitaalverzekering met lijfrenteclausule belast bij expiratie in 2020 volgens overgangsrecht

De rechtbank oordeelt dat een uitkering uit een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule in 2020 moet worden belast als periodieke uitkering. De belastingplichtige slaagt er niet in aan te tonen dat de polis al in 2013 is geëxpireerd of dat de saldomethode tot een lagere heffingsgrondslag leidt.

Nieuwe definitie startups in Wet werkelijk rendement box 3 en aandelenoptieregeling voor werknemers

Het kabinet werkt aan een nieuwe definitie van startups en introduceert een gunstigere aandelenoptieregeling voor werknemers. Staatssecretaris Van Oostenbruggen stuurt de Tweede Kamer een Kamerbrief over het onderzoek naar een nieuwe definitie startups in Wet werkelijk rendement box 3 en aandelenoptieregeling voor werknemers in de loonheffingen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Vermogen in box 1, 2 en 3: de afwegingen

Masterclass Box 3 – veilig door het overbruggingsstelsel

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass (excessief) lenen van en aan de BV

AGENDA

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Sterk in je werk: Mindfulness, communicatie, focus en veerkracht

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Online cursus Eindejaarstips

Online cursus Familiestichting en family governance

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×