• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Hocus pocus … nieuwbouw!

4 november 2019 door Remco Latour

corporaties

Soms wordt een onroerende zaak zo grondig verbouwd, dat fiscaal gezien een nieuwe onroerende zaak is ontstaan. Dit kan zelfs het geval zijn als de status van monument van het gebouw blijft behouden.

Groot onderhoud versus nieuwbouw

Het is heel normaal dat een onroerende zaak zo nu en dan groot onderhoud nodig heeft. Pas wanneer verbouwingen ertoe leiden dat de onroerende zaak wezenlijk andere kenmerken krijgt, kan fiscaal gezien sprake zijn van nieuwbouw. Het Hof van Justitie van de EU spreekt van verbouwing, die leidt tot een nieuwe onroerende zaak als ‘het betrokken gebouw veranderingen van betekenis heeft ondergaan die zijn bedoeld om het gebruik ervan te wijzigen of om de omstandigheden waaronder het wordt betrokken, ingrijpend aan te passen’. Zie ook: ‘Vastgoed, btw en overdrachtsbelasting; alles nog actueel?‘ Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt de volgende deelnormen het belangrijkst voor de invulling van het begrip ‘in wezen nieuwbouw’:

  • wijziging in de bouwkundige constructie,
  • wijziging in de bouwkundige identiteit (herkenbaarheid),
  • functiewijziging, en
  • gedane investeringen.

Zie ‘Verbouwing postkantoor is in wezen nieuwbouw’ voor een nadere uitwerking van deze deelnormen.

 

Zelfde uitstraling, maar toch nieuwbouw

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in een andere zaak dat een wollenstoffenfabriek met de status van monument na een uitgebreide verbouwing ook kwalificeerde als een nieuwe onroerende zaak dat genoeg monumentale aspecten bewaard waren gebleven, deed daar niets aan af. Er was op enig moment geen sprake meer van bebouwing  die de functie van een gebouw kon vervullen. Er waren namelijk nieuwe staalconstructies aangebracht, de fundering was aangepast en het dak was geheel vervangen.

 

Overdrachtsbelasting of omzetbelasting?

Het belang van het onderscheid tussen groot onderhoud en werkzaamheden die in wezen leiden tot nieuwbouw wordt onder meer duidelijk als men de desbetreffende onroerende zaak korte tijd later verkoopt. Als de werkzaamheden aan de onroerende zaak niet verder gingen dan groot onderhoud, is sprake van de overdracht van een bestaande onroerende zaak. Zo’n overdracht is belast met overdrachtsbelasting. Vond in wezen nieuwbouw plaats, dan is de overdracht belast met omzetbelasting. In dat geval geldt in principe een vrijstelling van overdrachtsbelasting.

 

Sloop maakt bouwterrein

Ook sloop kan leiden tot een nieuwe onroerende zaak, zij het dat de nieuwe onroerende zaak dan in principe kwalificeert als een bouwterrein. Maar ook de levering van een bouwterrein is belast met omzetbelasting, ongeacht de leeftijd van het bouwterrein. Bij verkoop van een perceel met opstallen moeten de partijen zich realiseren dat sprake is van de levering van een bouwterrein als de verkoper de sloop van de opstallen voor rekening neemt. Zie: ‘Intentie verkoper en koper bepalen btw-gevolgen sloop’.

 

Effect op overdrachtsbelastingtarief

Bij een veel latere verkoop van het pand kan eveneens van belang zijn of een verbouwing of nieuwbouw heeft plaatsgevonden. Stel bijvoorbeeld dat een onroerende zaak eerst kwalificeert als een kantoorgebouw. Door uitgebreide werkzaamheden die kwalificeren als nieuwbouw, krijgt het gebouw het karakter van een woning. Als de eigenaar het pand meer dan twee jaar later verkoopt, is de koper overdrachtsbelasting verschuldigd. Hij betaalt dan 2% overdrachtsbelasting. Als het pand het karakter van kantoorgebouw had behouden, zou de koper 6% overdrachtsbelasting moeten betalen.

 

Wet: art. 2, eerste lid, 14 en 15, eerste lid, WBR 1970 en art. 11, eerste lid, onderdeel a sub 1° Wet OB 1968

 

Meer weten?

Dinsdag 12 november 2019 verzorgt mr. Susan Raaijmakers de Masterclass Transformatie van vastgoed. > Informatie en aanmelden

Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 februari 2019 (gepubliceerd 17 april 2018), ECLI:NL:RBZWB:2019:8492

Filed Under: Nieuws, Vastgoed, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
In Nederland beleggen via buitenlands fonds kent ook nadelen
Volgende artikel
Wapens voor de adviseur, tegen aansprakelijkheid

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

huurwoningen

Huurbevriezing onzeker

Of de aangekondigde huurbevriezing per 1 juli 2025 doorgaat is onzeker. Van links tot rechts was er harde kritiek in de Tweede Kamer, zo bleek tijdens een Kamerdebat. Door de lagere huurinkomsten voor woningcorporaties gaan die minder nieuwe huurwoningen bouwen. ‘Populisme ten voeten uit: mooie beloften en je daarna niet verantwoordelijk voelen voor de chaos... lees verder

HIR lichaam bedrijfsopvolging

Documenten openbaar over belastingconstructies

De staatssecretaris van Financiën heeft documenten openbaar gemaakt over de aanpak van belastingconstructies. Het gaat om een verzoek op basis van de Wet open overheid (Woo).

Tweede Kamer keert zich tegen plan om hogere huren toe te staan

De Tweede Kamer zal zeer waarschijnlijk niet instemmen met een plan van minister Keijzer om particuliere verhuurders meer mogelijkheden te geven om de huren te verhogen volgens de NOS. Keijzer kwam vorige week met een aantal voorstellen die moesten voorkomen dat huurbazen hun panden verkopen omdat ze er te weinig aan overhouden. De Kamer ziet te veel... lees verder

wet tegenbewijsregeling box 3

De Wet tegenbewijsregeling box 3, vastgoedbelegger slecht af

De wet tegenbewijsregeling box 3 biedt belastingplichtigen de mogelijkheid om hun werkelijke rendement aan te tonen. De regeling pakt echter niet voor alle beleggers even gunstig uit, vooral niet voor vastgoedbeleggers. Dit bespreken drs. Nick van Bemmel en mr. Richard Bierlaagh in een focusuitzending van Tax Talks.

Makelaar huis kopen in 2024

Minister Keijzer wil stijging huren toestaan om verkoop huurwoningen te stoppen

Verhuurders hebben vorig jaar voor € 14,2 miljard aan huurhuizen verkocht. Dit meldde NVM-dochteronderneming brainbay na onderzoek over het zogenoemde uitponden. Dat houdt in dat verhuurders een woning verkopen nadat de huurders zijn vertrokken. In 2024 gebeurde dit volgens de studie bij zo'n 37.000 huizen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Eindejaarstips

Masterclass Vastgoedfiscaliteiten

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Masterclass in de Eigenwoningregeling

Masterclass Overdrachtsbelasting

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×