Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer een brief met overwegingen die bij de invoering van een digitaledienstenbelasting (ook wel digital services tax of DST) aan de orde kunnen komen.
Een DST is een belasting op de omzet uit digitale activiteiten, zoals digitale platforms, advertenties of data-verzameling, waarbij de grondslag meestal omzet is en niet winst. DST’s richten zich via omzetdrempels voornamelijk op grote, internationaal opererende digitale bedrijven en worden geheven in het land van de gebruiker, onafhankelijk van fysieke aanwezigheid daar.
Achtergrond en discussies
De brief schetst drie hoofdiscussies rond DST’s:
- Of het internationale fiscale stelsel nog passend is in een digitale economie, nu bedrijven steeds minder fysieke aanwezigheid nodig hebben.
- De mate waarin digitale bedrijven belasting kunnen ontwijken en winsten kunnen verplaatsen, én of DST’s deze ontwijkingsmogelijkheden verkleinen.
- De ‘winner takes all’ marktstructuur bij digitale diensten, waarbij DST’s soms als middel tegen marktconcentratie worden gezien. Tegelijk erkent de staatssecretaris dat niet alle door DST’s geraakte bedrijven een dominante marktpositie hebben.
Internationale initiatieven en bestaande DST’s
Internationaal loopt het OESO-overleg over een mondiale aanpak via de ‘Two-Pillar Solution’, waarbij Pijler 1 voorziet in een herverdeling van winsten van grote, vaak digitale multinationals. Landen als Frankrijk, Italië, en Spanje kennen al een DST, net als het VK, Turkije, Polen, Portugal en diverse niet-EU landen. De reikwijdte, activiteiten die worden belast en het tarief (meestal 1-3%) verschillen per land. Veelal geldt een hoge omzetdrempel, en er zijn vaak specifieke uitzonderingen.
Overwegingen bij invoering DST
De staatssecretaris benoemt diverse aandachtspunten:
- Nederland heeft baat bij multilaterale (bijv. EU, OESO) fiscale afspraken voor stabiliteit en een gelijk speelveld.
- De economische impact op bedrijven en consumenten kan groot zijn: bedrijven zullen de DST (deels) doorberekenen.
- Het risico op dubbele belasting/no tax wordt besproken, mede omdat belastingverdragen geen specifieke DST-regels bevatten.
- De uitvoerbaarheid is complex, met hoge administratieve lasten bij zowel overheid als bedrijfsleven.
- De tijdelijke opbrengst voor Nederland wordt geraamd op ongeveer € 300 miljoen per jaar (bij een tarief van 3%), afhankelijk van tarief en afbakening.
Gezien de demissionaire status van het kabinet legt de staatssecretaris geen beleidskeuzes of advies aan de Kamer voor.





Geef een reactie