• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

KGS belastingvrij dividend binnen twee jaar na overlijden ook belastingvrij bij toerekening aan fiscaal partner

29 november 2024 door Anne-Marie Noordenbos

dividend

De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 toegepast kan worden als het door de erflater genoten inkomen uit aanmerkelijk belang ter zake van de overgang krachtens erfrecht wordt toegerekend aan de fiscaal partner van de erflater.

X en Y zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren alle aandelen in Z BV. Het vermogen van Z BV bestaat uitsluitend uit beleggingsvermogen. X overlijdt. Y is enig erfgenaam en erft de (onverdeelde) helft van de aandelen in Z BV. Ter zake van deze overgang krachtens erfrecht geniet X een vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang van € 1.000.000. Op basis van artikel 2.17, tweede en zevende lid, van de Wet IB 2001wordt dit vervreemdingsvoordeel aan Y toegerekend. Bij X is hierdoor geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen. Binnen 24 maanden na het overlijden van X keert Z BV een dividend van € 1.000.000 uit aan Y.

Vraag

Kan Y de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 toepassen op de dividenduitkering van Z BV nu door de toerekening op basis van artikel 2.17, tweede lid, Wet IB 2001 bij X ter zake van de overgang krachtens erfrecht geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen?

Antwoord

Ja, Y kan op verzoek de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 toepassen op de dividenduitkering van Z BV. Artikel 4.12a Wet IB 2001 luidt als volgt:

“Ingeval de belastingplichtige aandelen of winstbewijzen krachtens erfrecht heeft verkregen en ter zake van die overgang bij de erflater inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen, worden binnen 24 maanden na het overlijden van de erflater door die belastingplichtige genoten reguliere voordelen uit die aandelen of winstbewijzen of uit aandelen of winstbewijzen van dezelfde soort in dezelfde vennootschap op verzoek, in afwijking van artikel 4.12, niet tot het inkomen uit aanmerkelijk belang gerekend voor zover deze voordelen niet uitgaan boven het bedrag dat bij de erflater ter zake van de overgang krachtens erfrecht als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen en voor zover deze voordelen worden afgeboekt op de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen van die soort in die vennootschap. (…)”

Gelet op de tekst van artikel 4.12a Wet IB 2001 lijkt het erop dat de faciliteit niet kan worden toegepast omdat door de toerekening op basis van artikel 2.17, tweede lid, Wet IB 2001 geen inkomen uit aanmerkelijk belang bij erflater in aanmerking is genomen ter zake van de overgang krachtens erfrecht.

De invoering van artikel 4.12a Wet IB 2001 is bedoeld als een verzachting voor de met ingang van 2010 aangescherpte doorschuifregeling bij overlijden teneinde een dubbele heffing over materieel dezelfde grondslag te voorkomen (Kamerstukken II 2009/10, 32129, nr. 3, p. 39 en 40).

Gelet op het doel en de strekking van artikel 4.12a Wet IB 2001 kan de erfgenaam de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 wel toepassen in de situatie dat op basis van artikel 2.17, tweede lid, Wet IB 2001 het inkomen uit aanmerkelijk belang ter zake van de overgang krachtens erfrecht geheel of gedeeltelijk bij de fiscale partner van de erflater in aanmerking is genomen. Mits uiteraard aan de overige voorwaarden van artikel 4.12a Wet IB wordt voldaan.

De aanmerkelijk belang claim blijft in stand doordat de reguliere voordelen die op basis van artikel 4.12a Wet IB 2001 niet tot het inkomen uit aanmerkelijk belang worden gerekend, in mindering worden gebracht op de verkrijgingsprijs van de aandelen waaruit deze reguliere voordelen zijn genoten.

Bron: Belastingdienst, 29 november 2024

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Europese Rekenkamer: nog veel agressieve belastingplanning
Volgende artikel
KGS aandelenfusiefaciliteit bij certificaten participaties in open cv

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Mededeling toepassing aftrek wegens fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×