• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

KGS door bank ontvangen vergoedingen en tweede limiet buitenlandse bronbelasting op interest

21 november 2024 door Anne-Marie Noordenbos

lening

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft voor de toepassing van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting en van belastingverdragen die op het OESO-modelverdrag zijn gebaseerd de vraag beantwoord welke door een bancaire instelling ontvangen vergoedingen als interest kwalificeren en deel kunnen uitmaken van de tweede limiet.   

Een in Nederland gevestigde bancaire instelling verstrekt geldleningen, onder andere aan buitenlandse klanten. Op de ontvangen rente is in het buitenland bronbelasting ingehouden. Daarnaast ontvangt de bancaire instelling van de buitenlandse klant nog andere vergoedingen waar geen bronbelasting op is ingehouden. De vergoedingen waarop geen bronbelasting is ingehouden zijn betaald voor:

  1. werkzaamheden voorafgaande aan en onafhankelijk van de totstandkoming van de geldleningovereenkomst (zoals kredietgoedkeuring en contractonderhandelingen);
  2. werkzaamheden die zien op het afsluiten van de geldleningovereenkomst;
  3. werkzaamheden tijdens de looptijd van de geldleningovereenkomst wegens het door een nalaten of toedoen van de klant tussentijds aanpassen van de contractsvoor­waarden of andere leningdocumentatie;
  4. het door de schuldeiser geleden verlies bij tussentijds beëindigen van de geldleningovereenkomst door vroegtijdige aflossing van de geldlening;
  5. het door de schuldeiser geleden verlies bij het niet volledig benutten van de verleende kredietruimte.

De onder b tot en met e genoemde vergoedingen worden door de bancaire instelling respectievelijk afsluitprovisie, waiver fee, boeterente en cancellation fee genoemd.

Vragen

  1. Kwalificeren de hierboven genoemde vergoedingen als interest in de zin van artikel 11, derde lid, OESO-modelverdrag en, zo ja, mogen zij bij de berekening van de tweede limiet in aanmerking worden genomen als inkomsten, hoewel daarop geen bronheffing is ingehouden?
  2. Dezelfde vraag als onder 1 voor de toepassing van artikel 5, onderdeel b, van het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001 

Antwoorden  

  1. Nee, de hierboven genoemde vergoedingen kwalificeren niet als interest in de zin van artikel 11, derde lid, OESO-modelverdrag en zij maken daarom geen deel uit van de tweede limiet. De vergoedingen voor werkzaamheden voorafgaande aan en onafhankelijk van de totstandkoming van de geldleningovereenkomst, de afsluitprovisie en de waiver fee worden namelijk niet betaald als tegenprestatie voor ter leen verstrekte gelden, maar voor door de bancaire instelling verrichte activiteiten. Evenmin als interest kwalificeren de boeterente wegens vroegtijdige beëindiging van de geldleningovereenkomst en de cancellation fee die verschuldigd is als niet de volledige kredietruimte wordt benut. Deze betalingen bieden de schuldeiser namelijk compensatie voor een verlies en zijn geen vergoeding voor het ter beschikking stellen van geld.
  2. Het onder 1 gegeven antwoord geldt ook voor de toepassing van artikel 5, onderdeel b, Bvdb 2001.

Bron: Belastingdienst, 21 november 2024

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
G20: meer belasting voor ultrarijken
Volgende artikel
KGS eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop nieuwe woning vóór juridische levering

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Mededeling toepassing aftrek wegens fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

UBO-register

Internetconsultatie Wijzigingsbesluit toegang UBO-registers natuurlijke personen en rechtspersonen met legitiem belang

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over het Wijzingingsbesluit toegang UBO-registers voor natuurlijke personen en rechtspersonen met een legitiem belang.

Nederland mag loon van Portugese uitzendkrachten belasten

Een Portugese vennootschap detacheert in 2016 werknemers naar een project in Nederland van een Belgische nv, terwijl de werknemers minder dan 183 dagen in Nederland verblijven en op de Portugese loonlijst staan. Het hof past het materiële werkgeversbegrip uit art. 15, lid 2, verdrag Nederland–Portugal toe en oordeelt dat de Belgische nv de materiële werkgever is, omdat de werknemers onder haar gezag werken en de loonkosten functioneel aan de Nederlandse vaste inrichting zijn toe te rekenen. Daardoor komt de beloning ten laste van de Nederlandse vaste inrichting, zijn de cumulatieve voorwaarden van art. 15, lid 2, niet vervuld en heeft Nederland heffingsrecht; het hoger beroep van de Portugese vennootschap is ongegrond.

malta

Misbruikbepaling verdrag Nederland-Malta treft Maltese objectvrijstelling

De Hoge Raad bevestigt dat de objectvrijstelling in Malta voor niet‑geremitteerde vermogenswinsten een ‘bijzondere regeling’ is in de zin van artikel 30 van het verdrag Nederland‑Malta. Daardoor mag Nederland de in Nederland behaalde vermogenswinsten van de Maltese bv in de heffing van vpb betrekken.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×