
De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of op het moment dat definitief vaststaat dat een onzakelijke lening niet meer zal worden afgelost het opgeofferde bedrag voor de deelneming in de debiteur wordt verhoogd met het op deze onzakelijke lening geleden verlies.
De onzakelijke lening is verstrekt aan een debiteur waarmee de belastingplichtige geen vennootschappelijke betrekkingen heeft op het moment van het verstrekken van de onzakelijke lening, maar wel na dat moment. Op het moment van het verstrekken van de onzakelijke lening staan de aandeelhouders van de crediteur en de debiteur in familiaire betrekkingen tot elkaar.
Een belastingplichtige heeft een zogenoemde ‘onzakelijke lening’ verstrekt aan vennootschap Y. De aandeelhouders van de belastingplichtige en vennootschap Y staan in familiaire betrekkingen tot elkaar. Op enig moment neemt de belastingplichtige het aandelenbelang in Y over. Verondersteld wordt dat op dat moment niet definitief vaststaat dat Y niet meer aan zijn aflossingsverplichting zal voldoen. Na de aandelenoverdracht wordt Y ontbonden en vereffend. Op de onzakelijke lening wordt een verlies geleden.
Vraag
Wordt in deze casus het opgeofferde bedrag zoals bedoeld in artikel 13d Wet Vpb1969 bij de belastingplichtige ten aanzien van het aandelenbelang in Y verhoogd met het bedrag van het verlies op de onzakelijke lening?
Antwoord
Nee, het opgeofferde bedrag zoals bedoeld in artikel 13d Wet Vpb 1969 ten aanzien van het aandelenbelang in Y wordt bij de belastingplichtige niet verhoogd met het bedrag van het verlies op de onzakelijke lening. Er is geen sprake van een zogenoemde onzakelijke lening ‘omlaag’, maar van een onzakelijke lening waarbij het debiteurenrisico is aanvaard om motieven bovenlangs, namelijk via de aandeelhouders. De latere verkrijging van het aandelenbelang in Y brengt hier geen verandering in.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat als vóór de aandelenoverdracht definitief vaststaat dat Y niet meer aan zijn aflossingsverplichting ter zake van de onzakelijke lening zal voldoen, het antwoord niet anders luidt. Ook in dat geval is op dat moment geen sprake van een onzakelijke lening ‘omlaag’. De beoordeling of vaststaat dat Y niet meer aan zijn aflossingsverplichting zal voldoen is een feitelijke toets die voorbehouden is aan de inspecteur.
Geef een reactie