• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Kopie van Fraus legis bij handel in hir-lichamen

27 maart 2015 door Marieke Jansen

Volgens Hof Den Haag werd doel en strekking van de objectvrijstelling onaanvaardbaar doorkruist, doordat via samenstel van de rechtshandelingen doelbewust vrijval van de hir werd voorkomen.

In mei 2014 deed de Hoge Raad uitspraak in acht verschillende zaken over de toepassing van de antimisbruikbepalingen in art 12a van de Wet Vpb. Twee van deze zaken verwees zij naar Hof Den Haag voor verdere behandeling van de subsidiaire stelling van de inspecteur dat sprake zou zijn van fraus legis. Volgens het hof was sprake van een rechtstreekse samenhang tussen enerzijds de koop en eigendomsverkrijging van de panden, en anderzijds de aandelenoverdracht. Dit was onder andere gebaseerd op een verklaring van de bestuurder van de bv in kwestie, die verklaarde dat de aandelen in de bv verkocht konden worden op voorwaarde dat alle rechtshandelingen in de juiste volgorde werden uitgevoerd. Ook het korte tijdsbestek waarin de handelingen plaatsvonden speelde een rol, en het feit dat de herinvesteerde panden waren verkocht door de koper van de aandelen. Er was daarom sprake van een samenstel van rechtshandelingen, waarvan de volgorde zodanig was ingericht dat het herinvesteringstijdstip juist voor de belangenwijziging plaatsvond. De bestuurder kon het hof er niet van overtuigen dat hieraan zakelijke motieven ten grondslag hebben gelegen. Het hof oordeelde daarom dat doel en strekking van artikel 15e Wet Vpb onaanvaardbaar was doorkruist om afrekening over de herinvesteringsreserve te vermijden, en stelde de inspecteur in het gelijk.

Wet: artikel 12a en 15e Wet Vpb

Gerechtshof Den Haag 17 februari 2015 (gepubliceerd 19 maart 2015), ECLI:NL:GHDHA:2015:555 en ECLI:NL:GHDHA:2015:557

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
NBA-erkenning opleidingen Licent Academy weer verlengd
Volgende artikel
Fiscus schrapte bij 8700 instellingen ANBI-status

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Toepassing hardheidsclausule aftrek fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×