• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Lening met hoge winstonafhankelijke rentevergoeding is niet hybride

3 mei 2012 door Remco Latour

Volgens Hof Amsterdam fungeert een lening met een gedeeltelijk winstafhankelijke rente niet als eigen vermogen, als het winstonafhankelijke deel van de rente meer bedraagt dan 50% van de rente voor volledig vastrentende leningen met dezelfde looptijd.

Hybride lening

De Wet op de vennootschapsbelasting noemt een aantal situaties waarin een bv een rentebetaling niet of niet volledig kan aftrekken. Eén van deze situaties heeft betrekking op de zogeheten ‘hybride lening’. Juridisch gezien is een hybride lening een lening en dus vreemd vermogen. Maar een hybride lening is onder zulke voorwaarden verstrekt, dat zij voor de schuldenaar economisch gezien meer de functie van eigen vermogen heeft. De Belastingdienst behandelt een hybride lening daarom bij de schuldenaar als eigen vermogen. Het gevolg is dat de schuldenaar de rente over deze lening niet kan aftrekken.

 

Nadere uitwerking

Tot 1 januari 2007 was de wet een stuk duidelijker over de definitie van een hybride lening. De kenmerken van een hybride lening stonden toen namelijk in de wet zelf vermeld. Tegenwoordig moet men in de rechtspraak zoeken naar aanwijzingen. In de rechtspraak komen drie vormen van hybride leningen voor:

  • de schijnlening. In deze situatie lijkt de financiering in de vorm van een lening plaats te vinden, maar de betrokken partijen willen eigenlijk een kapitaalverstrekking tot stand brengen;
  • de bodemloze-putlening of verliesfinanciering. Bij deze vorm van financiering verstrekt een aandeelhouder een lening aan een lichaam onder dusdanige voorwaarden dat het de schuldeiser volkomen duidelijk is dat hij het uitgeleende bedrag nooit volledig zal terugkrijgen.
  • de deelnemerschapslening. Hierbij neemt de schuldeiser door het verstrekken van de lening eigenlijk deel in de onderneming van de dochtermaatschappij. Bepaalde leningsvoorwaarden kunnen wijzen op de aanwezigheid van een deelnemerschapslening, zoals het achtergesteld zijn ten opzichte van andere schuldeisers of een winstafhankelijke vergoeding. Ook het ontbreken van een vaste looptijd doordat de vordering pas opeisbaar is bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie van de schuldenaar kan wijzen op een deelnemerschapslening.

Bij de kwalificatie van hybride lening is de behandeling van deze lening in de staat van een eventuele buitenlandse schuldeiser overigens niet van belang.

 

Meesleepregeling

De kwalificatie van hybride lening kan ook een voordeel met zich brengen. Dit is alleen het geval als de lening bij de schuldeiser op grond van de zogenoemde meesleepregeling in de vennootschapsbelasting (niet te verwarren met de meesleepregeling in de inkomstenbelasting) tot de deelneming wordt gerekend. Hierdoor valt de renteontvangst bij de schuldeiser onder de deelnemingsvrijstelling. De meesleepregeling geldt alleen als de schuldeiser al een deelneming in de schuldenaar heeft. In beginsel heeft de schuldeiser een deelneming in een andere bv als zij voor minstens 5% van het nominaal gestorte kapitaal aandelen in die andere bv houdt.

 

Meetrekregeling

Een vordering op een bv kan ook onder de deelnemingsvrijstelling vallen op grond van de meetrekregeling in de vennootschapsbelasting (niet te verwarren met de meetrekregeling in de inkomstenbelasting). Door de meetrekregeling heeft de ene bv (schuldeiser) een deelneming in een andere bv (schuldenaar) als:

  • de ene bv een hybride geldlening verstrekt aan de andere bv, en
  • de schuldeiser geen (aandelen)belang van minstens 5% in de schuldenaar houdt, maar
  • een lichaam dat met de schuldeiser is verbonden, wel een deelneming heeft in de schuldenaar.

De fiscus rekent een vordering ook tot de deelneming als de schuldenaar een lichaam is dat met de schuldeiser is verbonden. Twee lichamen zijn met elkaar verbonden als het ene lichaam een belang van minstens eenderde in het andere lichaam heeft of als er een derde lichaam is dat in beide eerstgenoemde lichamen een belang heeft van minstens eenderde. Ook onder de meetrekregeling valt de ontvangen rente bij de schuldeiser onder de deelnemingsvrijstelling.

 

Gedeeltelijk winstafhankelijke rente

De rechtspraak blijft van groot belang voor de invulling van het begrip hybride lening. Zo zullen rechters uitspraken doen onder welke leningsvoorwaarden sprake is van een deelnemerschapslening. Hof Amsterdam moest bijvoorbeeld een oordeel geven over een achtergesteld krediet van € 5 miljoen tussen een moedermaatschappij en een dochtermaatschappij. Beide partijen waren geen vaste looptijd of aflossingsdatum overeengekomen. Bovendien waren geen zekerheden gesteld. Toch vond het hof dat geen sprake was van een deelnemerschapslening. De bv’s spraken namelijk af dat de rentevergoeding 5% van de hoofdsom was plus een winstafhankelijke opslag. Het vaste interestbedrag was meer dan 50% van de marktrente voor leningen zonder winstafhankelijke rentevergoedingen. Hierdoor kwalificeerde de lening niet als een hybride lening.

 

Wet: artikel 10, eerste lid, onderdeel d en artikel 13, vierde lid, onderdeel b en vijfde lid Vpb 1969

Meer informatie: Hof Amsterdam, 19 april 2012 (gepubliceerd 2 mei 2012), LJN: BW4384

Filed Under: Nieuws, Verdieping, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Emigratie ondernemer leidt tot staking van onderneming
Volgende artikel
Berekening erfbelasting bij tweetrapsmaking (fideï commis)

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

valuta

Standpunt afdekkingsinstrument en verwachte uitkering bij waarde deelneming nihil

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of een positieve beschikking op grond van artikel 13, zevende lid, Wet Vpb 1969 afgegeven kan worden in de situatie waarin een uitkering wordt verwacht van een deelneming die een andere functionele valuta hanteert dan de belastingplichtige en de waarde van de deelneming niet meer dan nihil bedraagt.... lees verder

Fonds voor gemene rekening

Internetconsultatie aanpassing fonds voor gemene rekening

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van het fonds voor gemene rekening.

woningbouw kavel

Woningcorporaties: miljarden vennootschapsbelasting ten koste van nieuwbouw

De vennootschapsbelasting die woningcorporaties betalen, loopt de komende jaren sterk op. Lag de jaarlijkse last de afgelopen jaren rond € 700 miljoen in 2029 wordt dat naar verwachting circa 1,5 miljard euro. Dat beperkt de investeringsruimte die nodig is om de woningnood aan te pakken. Aedes roept de formerende partijen daarom op de Vpb-plicht voor corporaties af te schaffen.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×