Rechtbank Den Haag stelt vast dat verhuur van gastenkamers met maaltijden in low-care hospice belaste handeling is, waardoor btw-aftrek is toegestaan.
Een low-care hospice exploiteert een hospice in Rotterdam waarin ongeneeslijk zieken maximaal drie maanden kunnen verblijven. Het hospice beschikt over vier volledig gestoffeerde gastenkamers met eigen badkamer en aanrechtblok, plus algemene ruimten. Gasten betalen € 45 per dag voor de kamer inclusief maaltijden. Het hospice maakt gebruik van vrijwilligers voor zorg- en huishoudelijke taken en heeft drie coördinatoren en een manager in dienst. Medische en verpleegkundige zorg wordt extern geregeld. Het hospice brengt over 2021 € 83.145 aan btw in aftrek voor verbouwings- en exploitatiekosten. De inspecteur weigert deze aftrek omdat hij stelt dat het hospice vrijgestelde prestaties verricht.
Hoofddienst met bijkomende elementen
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het hospice één samengestelde prestatie verricht waarbij de verhuur van gastenkamers de hoofddienst vormt en het verstrekken van maaltijden een bijkomende dienst. De maaltijden hebben voor de gemiddelde consument geen doel op zich, maar zijn bedoeld om optimaal gebruik te kunnen maken van de verhuur. Het verstrekken van maaltijden deelt daarom het fiscale lot van de verhuur van gastenkamers. De vrijwilligersdiensten en coördinatie zijn ofwel ook bijkomende diensten bij de verhuur, ofwel afzonderlijke diensten die om niet worden verricht.
Belaste verhuur in pensionbedrijf
De verhuur van gastenkamers inclusief maaltijden kwalificeert als verhuur in het kader van het pensionbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. Deze verhuur valt onder de uitzondering van artikel 11, eerste lid, letter b, ten tweede van de Wet op de omzetbelasting 1968 en is daarom belast. Noch de medische vrijstelling noch de vrijstelling voor instellingen van sociale en culturele aard is van toepassing. Aangezien het hospice belaste handelingen verricht, heeft het recht op aftrek van de aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting.
Wet: art. 11 en art. 15 Wet OB 1968
Bron: Rechtbank Den Haag, 16-07-2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:13224, AWB – 23 _ 8132 | NDFR





Geef een reactie