Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd aftrek over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.
Het gaat om een stichting die een kantine exploiteert ten behoeve van meerdere sportverenigingen. De winst (exploitatieoverschot) wordt volledig ingezet voor de primaire activiteiten van die verenigingen en de stichting heeft bovendien als doel de leden van de verenigingen te verenigen en de onderlinge saamhorigheid te bevorderen.
Normaal kan een stichting onder de subjectieve vrijstelling van artikel 6 Wet Vpb 1969 vallen als de winst per jaar niet meer is dan € 15.000 dan wel in vijf jaar samen niet meer dan € 75.000 bedraagt. De aftrek wegens fictieve loonkosten van artikel 9, eerste lid, onderdeel g, Wet Vpb 1969 kan de winst verlagen, zodat de stichting binnen die grenzen blijft en de vrijstelling kan toepassen. Die aftrek is echter in principe alleen beschikbaar voor lichamen die een “sociaal belang” behartigen.
In de parlementaire toelichting is ‘sociaal belang’ beperkt uitgewerkt: het gaat om activiteiten die primair op een particulier belang (leden of beperkte groep) zijn gericht, maar waaraan een grote maatschappelijke waarde wordt toegekend, omdat zij ook voor de samenleving als geheel van belang zijn. Onder deze definitie kunnen de activiteiten van de kantinestichting strikt genomen niet als behartiging van een sociaal belang worden gezien, omdat zij vooral het belang van de verenigingen dienen en slechts indirect het belang van de leden. Daardoor zou de stichting geen gebruik kunnen maken van de aftrek fictieve loonkosten en dus vennootschapsbelasting moeten betalen over het gehele overschot, terwijl dat overschot feitelijk aan de verenigingen toekomt. Dit wordt als onbillijk ervaren, mede omdat de exploitatie materieel “door, voor en met” de verenigingsleden plaatsvindt en de verenigingen zelf naar verwachting niet belastingplichtig zouden zijn als zij de kantine rechtstreeks exploiteerden.
Om deze onbillijke situatie te repareren, keurt de staatssecretaris met toepassing van de hardheidsclausule goed dat in deze specifieke constellatie de stichting tóch gebruik mag maken van de aftrek wegens fictieve loonkosten, mits aan de overige voorwaarden van de regeling is voldaan.
Bron: Ministerie van Financiën, 4 december 2025





Geef een reactie