• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Nog steeds geen duidelijkheid over pensioen in eigen beheer

10 juni 2014 door Jelle Berghuis

Staatssecretaris Wiebes heeft op 2 juni antwoord gegeven op Kamervragen betreffende pensioen in eigen beheer. Hoewel er lang naar de respons van de staatssecretaris werd uitgekeken, geeft de omvangrijke beantwoording niet de duidelijkheid waarop werd gehoopt. Wiebes geeft aan dat hij nog geen pasklare oplossing heeft, maar deelt wel zijn gedachten over de kwestie.

Volgens Wiebes is er maar één uitgangspunt: een aanpassing van de regeling voor pensioen in eigen beheer is alleen zinvol als de regelgeving structureel eenvoudiger en begrijpelijker wordt voor zowel de dga als de Belastingdienst. We moeten – als het even kan – af van de ingewikkelde verschillen tussen de fiscale en civiele waarderingsregels bij het eigen beheer. Hierbij stelt de staatssecretaris wel een aantal randvoorwaarden. In de eerste plaats is het volgens hem van belang dat de door de directeur-grootaandeelhouder ingelegde middelen beschikbaar kunnen blijven voor (de financiering van) de eigen onderneming. Verder moet het mogelijk blijven dat iets geregeld kan worden voor de (potentiële) nabestaanden. Ten slotte moet een aanpassing budgettair haalbaar zijn.

 

In de brief die zijn voorganger op 6 december 2013 aan de Kamer stuurde, zijn al drie oplossingsrichtingen geschetst, namelijk:

  1. De fiscale waardering van de pensioenverplichting vindt plaats op commerciële grondslagen.
  2. De fiscale pensioenverplichting vormt het uitgangspunt voor de herrekening van de pensioenaanspraken (afstempelen).
  3. Er wordt een geheel nieuw systeem ingevoerd: een fiscale reserve in eigen beheer voor de oude dag.

     

    Naar aanleiding daarvan werd onder andere door de Werkgroep Ondernemerspensioen nog een vierde variant aangedragen:

     

  4. Een beschikbarepremieregeling met een vast oprentingspercentage.

 

De conclusies ten aanzien van de oplossingsvarianten uit de brief van 6 december 2013 zijn niet veranderd. Variant 1 valt af omdat deze budgettair niet haalbaar is. Variant 2 is een incidentele aanpassing met grote juridische bezwaren en maakt de regeling bovendien voor de langere termijn niet eenvoudiger. Variant 3, de fiscale reserve voor pensioen, biedt objectief de meeste aanknopingspunten voor een echte vereenvoudiging en voldoet volgens de staatssecretaris tevens aan alle genoemde randvoorwaarden. Wiebes werkt dan ook aan een verdere uitwerking van deze variant.

 

Beschikbarepremieregeling

Bij de vierde variant – de beschikbarepremieregeling met een vast oprentingspercentage – heeft Wiebes twijfels of dit werkelijk tot een vereenvoudiging kan leiden; in ieder geval niet in de voorgestelde vorm, aldus de staatssecretaris. Een beschikbarepremieregeling met een vast oprentingspercentage is volgens de beleidsman sowieso een contradictio in terminis. Intrinsiek aan beschikbarepremieregelingen is namelijk dat de premie weliswaar vast staat, maar het rendement onzeker is. Als het rendement wordt vastgesteld op een bepaald niveau, dan is er in feite weer sprake van een gegarandeerde toezegging, waardoor in wezen geen sprake meer is van een definedcontributionregeling maar van een definedbenefitregeling. Hiermee loop je alsnog het risico dat deze aanspraak voor de jaarrekening op commerciële grondslagen gewaardeerd zal moeten worden. Vanwege de eenvoud van het achterliggende principe van deze voorgestelde variant, is Wiebes wel bereid om te onderzoeken of een nieuw regime, waarin oprenting met een vast percentage een belangrijk ingrediënt is, kans van slagen heeft.

Meer informatie: Beantwoording Kamervragen over pensioen in eigen beheer

Filed Under: BV & DGA, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Toepassing foutenleer ten onrechte afgewezen
Volgende artikel
Repeterende schenking in één akte in één keer belast

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

vastgoed-fonds

Onzakelijk hoge rente op aandeelhoudersleningen leidt tot dividendbelasting

Rechtbank Noord-Holland stelt dat de aandeelhoudersleningen zakelijk zijn, maar dat een rente van 10% op aandeelhoudersleningen voor vastgoedbeleggingen onzakelijk hoog is. De rechtbank stelt dat 4,25% rente zakelijk is en het meerdere als verkapte dividenduitkering wordt belast. De opgelegde vergrijpboetes worden vernietigd omdat niet overtuigend is aangetoond dat sprake is van opzet of grove schuld bij de bv.

Standpunt loon meestverdienende werknemer in het kader van gebruikelijkloonregeling

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over het loon van de meestverdienende werknemer in het kader van gebruikelijkloonregeling.

vastgoed

Huurprijs boven markthuur leidt tot uitdeling via optierecht

Een bestuurder ontvangt een onzakelijke huur en optie, wat de rechtbank ziet als een uitdeling.

dga-salaris

Gebruikelijkloonregeling van toepassing bij dga die administratieve werkzaamheden verricht

De rechtbank oordeelt dat de dga administratieve werkzaamheden voor zijn bv’s heeft verricht en daarom onder de gebruikelijkloonregeling valt. De aanslag inkomstenbelasting 2018 is terecht vastgesteld.

KGS toepassing geruisloze doorschuiving na geruisloze terugkeer uit bv

De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt gepubliceerd over de toepassing van geruisloze doorschuiving ex artikel 3.63 Wet IB 2001 na een terugkeer uit de BV door de overnemer.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus DGA-advisering

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Masterclass (excessief) lenen van en aan de BV

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×