• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Objectieve kenmerken bepalen of sociaal plan RVU is

27 juni 2018 door Remco Latour - Jan Schouten

Als een sociaal plan een vrijwilligers- en plaatsmakersregeling bevat, kan de inspecteur oordelen dat sprake is van een regeling voor vervroegde uittreding. Maar hij moet wel op grond van de objectieve voorwaarden en kenmerken van deze regeling tot dit oordeel komen. Met een commentaar van mr. Jan Schouten.

De Hoge Raad volgt met dit oordeel de conclusie van Advocaat-generaal Niessen. Zie: ‘Plaatsmakersregeling geen VUT, aldus A-G’ en NTFR 2018/121). De Hoge Raad geeft aan hoe men de vraag of sprake is van een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) moet beantwoorden. Daarbij is bepalend of de uitkeringen of verstrekkingen uit de desbetreffende regeling zijn bedoeld om het inkomen van de ex-werknemer te overbruggen of aan te vullen tot zijn pensioendatum. De beweegreden van de werkgever om deze uitkeringen te verstrekken zijn niet van belang, net zomin als de reden voor de werknemer om deel te nemen aan deze regeling. Men moet evenmin rekening houden met de feitelijke uitstroom van de werknemers en de hoogte van het feitelijk overeengekomen beëindigingsvergoeding. De Hoge Raad oordeelt dat Hof Den Bosch op dit punt een steek had laten vallen. Maar uiteindelijk had het hof terecht geoordeeld dat een plaatsmakersregeling niet kwalificeerde als een RVU. De Hoge Raad verklaart daarom het cassatieberoep van de staatssecretaris van Financiën ongegrond.

 

Wet: art. 32ba, zevende lid Wet LB 1964

 

Commentaar mr. J. D. Schouten

Taxence vroeg mr. Jan Schouten, zelfstandig fiscalist om een reactie.

Voor de praktijk en ter voorkoming van herhalingen verwijs ik allereerst naar Hof Den Bosch (18 november 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5158, NTFR 2017/321), alsmede de Conclusie van de AG, 14 december 2017, ECLI:NL:PHR:2017:1416, NTFR 2018/121.

Voor de toepassing van art. 32ba zijn van belang:

  • het in art. 38c wet LB 1964 opgenomen overgangsrecht voor op 31 december 2004 bestaande regelingen voor vervroegde uittreding;
  • het in art. XIII, onderdeel B, Wet VPL (wet van 24 februari 2005, Stb. 2005, 115) opgenomen overgangsrecht;
  • artt. 8.6, 8.7 en 12.2 Uitv.reg. LB 2011;
  • alsmede de besluiten van achtereenvolgens 26  mei 2005, nr. DGB2005/3299M en 8 december 2005, nr. DGB2005/6722M.

 

De Hoge Raad oordeelt dat voor het antwoord op de vraag of een regeling als een RVU geldt, slechts de objectieve kenmerken en voorwaarden van die regeling bepalend zijn. Niet het achteraf blijkende feitelijk gebruik hiervan. Subjectieve elementen van de werkgever en werknemers om deze regeling aan te bieden, c.q. te gebruiken spelen evenmin een rol (r.o. 3.2.). Er is geen plaats om de feitelijke uitstroom van werknemers en de hoogte van de feitelijke overeengekomen beëindigingsvergoeding in deze beoordeling te betrekken. Immers, deze elementen zijn slechts achteraf te beoordelen en passen dus niet in het beoordelingskader, waarbij een werkgever een verzoek kan doen om een regeling al dan niet als RVU te bestempelen. Gelet op art 32 ba, lid 7 Wet LB 1964 zal een dergelijk verzoek doorgaans plaatsvinden voordat uitvoering aan de regeling plaatsvindt. Latere feiten en omstandigheden kunnen dus geen smaakmaker vormen om een regeling al dan niet als RVU te etiketteren.

 

Voor het overige biedt de uitspraak van de HR geen aanleiding tot verder commentaar. Toepassing van artikel 81, lid 1 R.O en het niet toekomen aan een beoordeling van het incidentele beroep, nu het principale beroep niet slaagt, nemen wij dan ook voor kennisgeving aan.

 

De praktijk is gebaat bij deze uitspraak. Slechts objectieve kenmerken bepalen dus of sprake is van een RVU. Dat zal voor de fiscus, gelet op de praktijk, die uit de rechtspraak van de afgelopen jaren blijkt, best lastig zijn. Voor de belastingplichtigen, die nog lopende zaken hebben is deze uitspraak aanleiding om met veel spoed te oordelen of (verder) procederen zin heeft. Ik ben van oordeel dat de fiscus hier als meest gerede partij alle lopende zaken, bezwaren en aanslagen terzake kritisch tegen het licht moet houden. Deze uitspraak van de H.R. is de lakmoesproef daarvoor. Voor reeds onherroepelijke zaken zal een aantal ondernemers zich bekocht voelen. Een slechte zaak, die de wetgever zich meer dan gemiddeld moet aantrekken.

 

Binnenkort is het uitgebreide commentaar van mr. Jan Schouten te lezen in het NTFR. Nog geen abonnee? Klik dan hier om 3 maanden kennis te maken met NTFR.

Meer informatie: Hoge Raad 22 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:958

Filed Under: Arbeid & loon, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Wet DBA: het vervolg
Volgende artikel
IFA presenteert haar jaarlijkse cahier met verrassende inzichten in GAAR regelgeving

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Fiets van de zaak

Antwoorden op Kamervragen over Fiscale Beleids- en Uitvoeringsagenda 2025

Staatssecretaris Van Oostenbruggen geeft antwoord op vragen van de vaste commissie voor Financiën over de Fiscale Beleids- en Uitvoeringsagenda 2025. 

Strengere zzp-handhaving: vooral nog knelpunten, maar ook kansen

Vier maanden na het opheffen van het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid in de zorg zijn er knelpunten zichtbaar, maar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verwacht dat de voordelen op termijn zullen overheersen. Werkgevers en werkenden krijgen in 2025 ruimte om zich aan te passen, zonder direct boetes te riskeren.

jonge werknemers pensioenpremie

Werkgevers lokken jonge werknemers met fiscaal vriendelijke studieschuldregeling

Steeds meer werkgevers bieden werknemers de mogelijkheid om hun studieschuld fiscaal voordelig af te lossen. Staatssecretaris Van Oostenbruggen geeft antwoord op Kamervragen over het bericht ‘Werkgevers lokken jonge werknemer met studieschuldregeling’. 

Recht op LKV en LIV bij overgang van onderneming

Vanaf juni verstuurt de Belastingdienst de beschikking Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) voor de loonkostenvoordelen (LKV’s) en het lage-inkomensvoordeel (LIV) over 2024. Bij overgang van een onderneming kan het recht op een tegemoetkoming uit de Wtl niet altijd goed worden vastgesteld.

IVA-uitkering

Wetsvoorstel beperken compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid naar RvS

Het wetsvoorstel ‘Beperken van de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid tot kleine werkgevers’ is door het kabinet naar de Raad van State gestuurd. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat alleen kleine werkgevers, onder voorwaarden, gecompenseerd worden voor de betaalde transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Het beperken van de compensatiemogelijkheid tot kleine werkgevers wordt als... lees verder

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Gebruikelijk loon 2025

Webinar zzp dossier, wanneer is er wel of niet sprake van schijnzelfstandigheid?

Online cursus Werken in de grensstreek

Online cursus Lucratieve belangen en participatieregelingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Sterk in je werk: Mindfulness, communicatie, focus en veerkracht

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Online cursus Eindejaarstips

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


Wilt u een correct e-mailadres invullen?

Inschrijving bevestigen

We hebben u een e-mail gestuurd met daarin een bevestigingslink. Nadat u op deze link heeft geklikt is uw inschrijving bevestigd. Indien u binnen 15 minuten geen e-mail in uw inbox aantreft, controleer dan alstublieft uw spam folder.

Jouw inschrijving is voltooid

Hartelijk dank voor jouw inschrijving voor nieuwsbrief Taxence. Je ontvangt binnenkort jouw eerste nieuwsbrief. Indien je je wilt afmelden kun je gebruik maken van de afmeldlink die in elke nieuwsbrief is opgenomen.

×