
De Raad van de Europese Unie heeft het richtlijnvoorstel met btw-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de btw bij invoer aangenomen.
De richtlijn moet de btw-inning bij ingevoerde goederen verbeteren door ervoor te zorgen dat voortaan de leveranciers zelf verantwoordelijk zijn voor het betalen van btw bij invoer, in plaats van – zoals nu gebruikelijk – de consument in de EU. Dit moet leveranciers van buiten de EU aanmoedigen gebruik te maken van het bestaande btw-invoerloket (IOSS) voor het aangeven en afdragen van btw.
Het invoerloket (IOSS)
Het invoerloket (Import One-Stop Shop – IOSS) is een reeds bestaand systeem dat fungeert als aanspreekpunt voor importeurs van goederen uit derde landen naar de EU. Het systeem vereenvoudigt de btw-aangifte en -betaling bij invoer, omdat bedrijven zich slechts in één lidstaat hoeven te registreren, ook als zij goederen verkopen in meerdere EU-landen.
Met de nieuwe regels worden handelaren of platforms van buiten de EU aansprakelijk voor de btw op ingevoerde goederen, die betaald moet worden in de EU-lidstaat waar de goederen uiteindelijk worden afgeleverd. Dit stimuleert het gebruik van de IOSS, omdat buitenlandse handelaren of platforms die het systeem niet gebruiken zich nu in elke individuele EU-lidstaat moeten registreren waar zij verkopen.
Omdat via de IOSS de btw vooraf wordt betaald op het moment van aankoop door de consument, en niet pas bij de grens, beschermt dit de belastinginkomsten van de lidstaten en leidt het tot een betere naleving van btw-regels bij invoer. De verantwoordelijkheid voor btw-inning verschuift hiermee van de consument naar de platformaanbieders.
De richtlijn wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU en treedt twintig dagen daarna in werking. De regels zijn van toepassing vanaf 1 juli 2028.
Geef een reactie