
Een man mag de volledige rentelast van een oude lening aftrekken als nagekomen bedrijfslast. Dat de schuld nog niet is afgelost, doet daar niet aan af.
Een ondernemer die in 2012 zijn eenmanszaak moest staken, heeft in 2019 lijfrenteverzekeringen afgekocht om een schuld te voldoen aan een bekende van wie hij in 2009 geld had geleend voor juridische procedures. In zijn aangifte IB/PVV 2019 trekt hij ruim € 215.000 aan rente over deze schuld af als negatief resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur stelt dat de rentekosten slechts tot een bedrag van € 65.000 in aanmerking kunnen worden genomen, het bedrag dat daadwerkelijk in 2021 is betaald. De man komt hiertegen in beroep.
Nominale renteschuld is volledig aftrekbaar
De rechtbank oordeelt dat de volledige rentelast van € 215.921 kwalificeert als nagekomen bedrijfslast. Het gaat namelijk om een rente die in 2019 contractueel verschuldigd was, ongeacht of deze ook daadwerkelijk is betaald. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat de man de schuld niet alsnog volledig zal aflossen. De rechtbank verlaagt het verzamelinkomen daardoor tot € 243 en past de verliesverrekeningsbeschikking aan. De afkoop van de lijfrente wordt overigens wel terecht belast; het feit dat de afkoop gedwongen was vanwege de financiële situatie van de man, doet daar fiscaal niets aan af.
Wet: art. 3.133 en art. 3.137 Wet IB 2001, art. 30i AWR
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 15 april 2025 (gepubliceerd 29 april 2025), ECLI:NL:RBZWB:2025:2191, BRE 24/5683
Geef een reactie