
Inspecteur moet Liechtensteinse premies deels toestaan, ook al geldt A1-verklaring voor heel 2017.
Een man woont in 2017 in Nederland en werkt van januari tot mei voor een Liechtensteinse werkgever aan boord van een binnenschip met een Rijnvaartverklaring. Zijn loon wordt in Liechtenstein belast, met inhouding van sociale premies. In 2022 verklaart de SVB via een A1-verklaring dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving van toepassing is in deze periode. Deze verklaring is onderwerp van lopende procedures in de sociale zekerheidskolom. De man geeft in zijn aangifte aan alleen vanaf juni 2017 in Nederland premieplichtig te zijn. De inspecteur wijkt daarvan af, heft over het hele jaar premie volksverzekeringen en weigert aftrek van de buitenlandse premies. De man maakt bezwaar en gaat na afwijzing in beroep.
A1-verklaring bindt inspecteur en rechter
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur terecht premieheffing toepast over heel 2017. Inspecteur én rechter zijn gebonden aan de A1-verklaring zolang die niet is ingetrokken of ongeldig verklaard. Dat hierover nog wordt geprocedeerd, maakt dat niet anders. De man is daardoor over heel 2017 premieplichtig in Nederland.
In Liechtenstein betaalde premies wel aftrekbaar
De rechtbank oordeelt dat de in Liechtenstein ingehouden premies in beginsel loon vormen, maar dat de premies voor de sociale zekerheid en Krankentaggeldverzekering toch aftrekbaar zijn. Ze zijn feitelijk betaald, niet terugontvangen en gelden als inkomensbesteding. De premies voor de Pensionversicherung zijn niet aftrekbaar, omdat ze buiten het besluit vallen.
Geef een reactie