Dat er de eerste jaren geen positieve resultaten worden behaald, sluit niet uit dat iets in de toekomst succesvol kan zijn. Hier is sprake van een gedegen voorbereiding en zag onder meer RVO potentie in de mocktails.
Een vrouw ontwikkelt in 2018 naast haar voltijds dienstbetrekking bij een gemeente alcoholvrije cocktails onder de naam Be-Mocktails. Zij stopt hiermee in de loop van 2021 na verschillende tegenslagen, waarbij ook de coronapandemie een rol speelt. De vrouw houdt in haar aangifte over 2018 rekening met een verlies uit onderneming van € 58.638, en claimt ondernemersaftrek. De inspecteur corrigeert beide posten omdat het ontwikkelen en vermarkten van de mocktails niet als een bron van inkomen kan worden aangemerkt.
Hof Amsterdam concludeert, anders dan Rechtbank Noord-Holland (nr. 21/5566; niet gepubliceerd), dat er in 2018 wel degelijk sprake was van een bron van inkomen. De vrouw nam deel aan het economische verkeer en kon (in de toekomst) ook redelijkerwijs positieve resultaten verwachten. Het hof kijkt hierbij naar haar businessplan en het uitgevoerde marktonderzoek, en het feit dat zij (ook financieel) werd geholpen door een ondernemer met de nodige ervaring bij het op de markt brengen van een nieuwe drank. Zij heeft ook veranderingen doorgevoerd om de verkoop en houdbaarheid van de drank te verbeteren. Naast de genoemde ondernemer zagen ook andere partijen, zoals Foodvalley en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) potentie in de nieuwe drank. Het hof merkt verder op dat de coronapandemie ook veel bestaande horecaondernemers in zware problemen bracht. Een eerder ontwikkeld drankje dat in 2016 en 2017 alleen maar verlies opleverde, kan worden gezien als een andere activiteit zodat die jaren niet meetellen voor de ‘objectieve voordeelsverwachting’. Dat de vrouw in 2018 en 2019 nog geen positieve resultaten behaalde (maar wel al omzet genereerde), sluit toekomstige winst niet uit. Er kan ook niet worden gesteld dat haar activiteiten naar verwachting altijd verliesgevend zouden zijn.
Wet: art. 3.2 Wet IB 2001
Bron: Hof Amsterdam 12 december 2023 (gepubliceerd 2 januari 2024), ECLI:NL:GHAMS:2023:3468, 23/89
Geef een reactie