• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Vierde anti-witwasrichtlijn: focus ligt op adequaat risicomanagement

15 november 2017 door Annemarije Schoonbeek

De onlangs bekend geworden Paradise Papers  vestigen opnieuw de aandacht op witwasrisico’s die kunnen spelen bij internationale structuren. Nu Nederland regelmatig een belangrijke rol speelt in deze structuren, staan ook Nederlandse instellingen in de schijnwerpers.

Tegen deze achtergrond worden de regels op het gebied van witwasbestrijding strenger. Er wordt steeds meer van instellingen die fungeren als poortwachter verwacht en de handhaving wordt strenger. Op 13 oktober 2017 is het wetsvoorstel Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarmee wordt duidelijk wat de vierde anti-witwasrichtlijn concreet voor Nederlandse instellingen, zoals accountantsorganisaties, belastingadvies- en advocatenkantoren, gaat betekenen. De focus ligt op adequaat risicomanagement. Nu de implementatiedatum 26 juni 2017 ruimschoots is overschreden, zal het Implementatiewetsvoorstel spoedig in werking treden. De Paradise Papers voeren deze druk verder op.

 

Bepalingen op het gebied van risicomanagement; open normen

Op grond van artikel 2b van het Implementatiewetsvoorstel, zal een instelling een op haar eigen organisatie toegespitste risicoanalyse moeten maken. Deze kan worden afgestemd op de aard en omvang van de instelling. Het gaat hier dus om een norm met een ‘open karakter’.  In deze risicoanalyse zal de instelling in ieder geval rekening moeten houden met risicofactoren die verband houden met het type cliënt, het product, de dienst, de transactie, het leveringskanaal en landen en geografische gebieden. Voor een aantal instellingen, zoals accountantsorganisaties en financiële ondernemingen, is de verplichting tot het maken van een risicoanalyse als zodanig niet nieuw. Voor een groot aantal instellingen is deze verplichting wel nieuw. Voor alle instellingen is nieuw dat de risicoanalyse (ook) specifiek moet toezien op risico’s op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering en inhoudelijk (mede) zal moeten beantwoorden aan de eisen in de (nieuwe) Wwft. Daarnaast zijn instellingen verplicht om een compliancefunctie en auditfunctie in te richten. Ook hier geldt dat de concrete invulling kan worden afgestemd op ‘aard en omvang’ van de instelling.

 

Open normen en meerdere toezichthouders?

De bepalingen op het gebied van risicoanalyse en risicomanagement zijn mijns inziens kernbepalingen in de nieuwe Wwft. Deze scheppen een grote eigen verantwoordelijkheid voor instellingen om witwasrisico’s adequaat in beeld te brengen en te beheersen met inzet van onafhankelijke compliance- en auditfuncties. Door het open en nieuwe karakter van de verplichtingen, bestaat onzekerheid over de concrete invulling daarvan. Die onzekerheid wordt vergroot doordat verschillende toezichthouders, zoals het BFT, DNB, de AFM, toezicht houden op de naleving van deze (open) normen (zie artikel 1d). Het kan zelfs zo zijn dat één instelling te maken heeft met meer dan één toezichthouder op het gebied van de Wwft. Het risico bestaat dat die toezichthouders ieder (net) een eigen invulling geven aan de (open) normen en ook een eigen handhavingsbeleid  hanteren met betrekking tot geconstateerde overtredingen. Het hoeft geen betoog dat deze verwachte rechtsonzekerheid onwenselijk is.

 

Handhavingsregime, naming en shaming

Deze onzekerheid is niet zonder betekenis. Het Implementatiewetsvoorstel voorziet in een strenger arsenaal aan handhavingsmaatregelen. Overtredingen op het gebied van risicomanagement zullen waarschijnlijk als ernstige overtredingen worden gezien. Waar gaat het om?

 

  • Verhoging boetes

De maximale boete die toezichthouders kunnen opleggen is € 4 miljoen en in sommige gevallen € 5 miljoen. Bij ernstige overtredingen door financiële ondernemingen is het zelfs mogelijk om een omzetgerelateerde boete (ten hoogste 10% van de netto-omzet) op te leggen. In alle gevallen bestaat de mogelijkheid om een boete op te leggen van ten hoogste twee maal het bedrag van het met de overtreding verkregen voordeel.

  • Ontzegging optreden feitelijk leidinggever

Bij ernstige overtredingen geldt dat de natuurlijke persoon die de overtreding heeft begaan of die, in het geval van een overtreding door een rechtspersoon, feitelijk leiding heeft gegeven aan een overtreding, tijdelijk de bevoegdheid kan worden ontzegd om bij een instelling beleidsbepalende functies uit te oefenen (artikel 32c). 

  • Verruiming publicatiemogelijkheden

De mogelijkheden om overtredingen te publiceren worden fors uitgebreid. De toezichthouder kan in de eerste plaats een waarschuwing of verklaring publiceren (artikel 32e). Daarnaast geldt als wettelijk uitgangspunt dat boetes en (verbeurde) lasten onder dwangsom die zijn opgelegd voor Wwft-overtredingen worden gepubliceerd (artikel 32f).

  • Overtreding Wwft intrekkingsgrond voor vergunning financiële ondernemingen

Een andere belangrijke aanscherping is dat overtreding van de Wwft, een grond kan vormen om een vergunning van een financiële onderneming in te trekken (artikel II en III van het Implementatiewetsvoorstel)

Eigen verantwoordelijk maar ook (eenduidige) guidance en betere rechtsbescherming

De rechtsonzekerheid in combinatie met strengere handhavingsmaatregelen, kan eenvoudig een averechts effect hebben. Het risico bestaat dat de inrichting van risicomanagement dan uitsluitend wordt gedreven door het vermijden van risico’s op het gebied van handhaving. Een instelling zal immers koste wat kost negatieve publiciteit willen voorkomen. De uitdaging voor instellingen en overheid gezamenlijk is te bereiken dat poortwachters effectief hun rol bij het bestrijden van witwassen invullen. Dit vereist niet alleen inspanning van  instellingen, maar mijns inziens ook van de wetgever (en toezichthouders). Risicomanagement als verantwoordelijkheid van instellingen, werkt alleen goed als er duidelijkheid bestaat over wat toezichthouders van instellingen verwachten. Ik pleit daarom voor guidance over de invulling van de open normen en in ieder geval  op het gebied van handhaving. Deze zal gelijkelijk moeten gelden voor alle toezichthouders. Artikel 1d, lid 7 van het Implementatiewetsvoorstel kan daarvoor wellicht een grondslag bieden.

 

Wie de handschoen past, trekke hem aan!

 

Annemarije Schoonbeek spreekt op 1 december 2017 tijdens de Permanente Educatiedag Trustkantoren over Thema in toezicht: agressieve belastingplanning en klantanonimiteit.

> Meer informatie over PE-dag Trustkantoren

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Omslagpunt bij aftrekbaarheid verkoopkosten deelneming?
Volgende artikel
Woning schenken of koopsom kwijtschelden?

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

UBO-register

Internetconsultatie Wijzigingsbesluit toegang UBO-registers natuurlijke personen en rechtspersonen met legitiem belang

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over het Wijzingingsbesluit toegang UBO-registers voor natuurlijke personen en rechtspersonen met een legitiem belang.

Nederland mag loon van Portugese uitzendkrachten belasten

Een Portugese vennootschap detacheert in 2016 werknemers naar een project in Nederland van een Belgische nv, terwijl de werknemers minder dan 183 dagen in Nederland verblijven en op de Portugese loonlijst staan. Het hof past het materiële werkgeversbegrip uit art. 15, lid 2, verdrag Nederland–Portugal toe en oordeelt dat de Belgische nv de materiële werkgever is, omdat de werknemers onder haar gezag werken en de loonkosten functioneel aan de Nederlandse vaste inrichting zijn toe te rekenen. Daardoor komt de beloning ten laste van de Nederlandse vaste inrichting, zijn de cumulatieve voorwaarden van art. 15, lid 2, niet vervuld en heeft Nederland heffingsrecht; het hoger beroep van de Portugese vennootschap is ongegrond.

malta

Misbruikbepaling verdrag Nederland-Malta treft Maltese objectvrijstelling

De Hoge Raad bevestigt dat de objectvrijstelling in Malta voor niet‑geremitteerde vermogenswinsten een ‘bijzondere regeling’ is in de zin van artikel 30 van het verdrag Nederland‑Malta. Daardoor mag Nederland de in Nederland behaalde vermogenswinsten van de Maltese bv in de heffing van vpb betrekken.

Nederland en Thailand sluiten nieuw belastingverdrag

Nederland en Thailand hebben een nieuw belastingverdrag ondertekend. Het vernieuwde verdrag bevat afspraken om belastingontwijking tegen te gaan en moderniseert de bestaande bepalingen. Daarnaast krijgt Nederland opnieuw het recht om belasting te heffen over pensioeninkomsten van Nederlanders die in Thailand wonen.

meldingsplicht grensoverschrijdende constructies

EC publiceert tweede evaluatie DAC

De Europese Commissie heeft de tweede evaluatie gepubliceerd van de DAC (Directive Administrative on Cooperation).

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×