Met dit wetsvoorstel ontvangt een actieve afnemer per 1 januari 2027 voor alle teruggeleverde hernieuwbare elektriciteit, zoals elektriciteit opgewekt met zonnepanelen of uit andere hernieuwbare bronnen, een redelijke vergoeding van de marktdeelnemer aan wie hij teruglevert. De salderingsregeling wordt beëindigd.
De vergoeding voor zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit die door een actieve afnemer wordt teruggeleverd aan een marktdeelnemer moet redelijk zijn. In het wetsvoorstel wordt expliciet vastgelegd dat de vergoeding niet redelijk is indien die vergoeding onevenredig laag is gezien de kosten en baten van de marktdeelnemer en niet concurrerend is.
Gevolgen voor actieve afnemer
die reeds geïnvesteerd hebben in zonnepanelen Deze groep actieve afnemers zal ook met dit wetsvoorstel in 2027 minimaal 3 jaar geprofiteerd hebben van de voordelen van de salderingsregeling. Daarmee heeft deze groep de investering voor een aanzienlijk deel of helemaal terugverdiend bij de beëindiging van de salderingsregeling per 1 januari 2027. Voor de meest recente investeringen in zonnepanelen zal de terugverdientijd oplopen ten opzichte van een situatie waarin de regeling voortgezet wordt, afhankelijk van welk deel van de kosten al is terugverdiend.
die overwegen te investeren in zonnepanelen Voor wat betreft de terugverdientijd geldt dat die vanaf 2027 voornamelijk zal afhangen van de ontwikkeling van de aanschafkosten van nieuwe zonnepanelen en van de ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen. Daarnaast spelen de mate van eigen verbruik van de opgewekte elektriciteit en de vergoeding hierbij een rol. De terugverdientijd kan in de praktijk lager of hoger uitvallen afhankelijk van de ontwikkeling van eerdergenoemde factoren. Volgens Berenschot heeft het eigen verbruik de grootste impact op de toekomstige terugverdientijd. Ook CE Delft en TNO benoemen dat het verhogen van het eigen verbruik de terugverdientijd flink kan verlagen. Voor woningeigenaren met een laag (midden)inkomen bestaat de mogelijkheid om zonnepanelen aan te schaffen met een verantwoorde financiering bij het Nationaal Warmtefonds.
die niet-hernieuwbare elektriciteit opwekken De huidige wet ziet ook op teruglevering van niet-hernieuwbare elektriciteit door eindafnemers met een kleine aansluiting, bijvoorbeeld door middel van een microwarmte-krachtkoppeling met aardgas als brandstof. Deze teruglevering mag momenteel tot 5000 kWh gesaldeerd worden. Vanaf 2027 zal ook de niet-hernieuwbare teruglevering niet meer gesaldeerd mogen worden. Daarbij zal de redelijke vergoeding vanaf 2027 alleen nog gelden voor aan een marktdeelnemer teruggeleverde zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit. De concrete hoogte van de vergoeding die de actieve afnemer hiervoor ontvangt zal afhangen van de individuele afspraken met de marktdeelnemer in de terugleveringsovereenkomst.
die een grote aansluiting hebben De huidige wet voorziet alleen in een redelijke vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit voor eindafnemers met een kleine aansluiting. Het wetsvoorstel voorziet in een redelijke vergoeding voor alle actieve afnemers die zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit terugleveren aan een marktdeelnemer, dus ook voor actieve afnemers met een grote aansluiting, zoals particulieren en zakelijke afnemers met een verzwaarde aansluiting voor wie het verkopen, opslaan of gebruik maken van flexibiliteits- of energie-efficiëntiediensten met zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit niet de belangrijkste commerciële activiteit vormen.
Bron: Wetsvoorstel beëindiging salderingsregeling per 2027, Ministerie van Financien, 17 september 2024
Geef een reactie