Als een lichaam onroerende zaken verhuurt aan derden, telt dat als een belegging voor wat betreft de verliesverrekening na een grote belangenwijziging. Daardoor zijn verliezen geleden vóór de belangenwijziging misschien niet meer te verrekenen met winsten van na de belangenwijziging.
De activiteiten van een nv bestaan uit het beheren van onroerende zaken ter bevordering van de volkshuisvesting. De nv heeft twee 100%-belangen in twee dochtervennootschappen. Tot en met 7 juli 2016 maken de nv en haar twee dochtervennootschappen deel uit van een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting. Een tophoudstervennootschap is daarbij de moedermaatschappij. Op 8 juli 2016 vindt een overdracht plaats van 55,02% van de aandelen in de nv. Daardoor verlaat zij samen met haar dochtervennootschappen de bestaande FE. De nv gaat wel met haar dochtervennootschapen een nieuwe FE vormen. Nu fungeert de nv als moedermaatschappij.
Beperking verliesverrekening na grote belangenwijziging
De nieuwe FE wil haar winst uit 2016 verrekenen met verliezen. Maar de Belastingdienst wijst op een specifieke maatregel. Daarbij vindt een beperking van verliesverrekening plaats als het belang in de vennootschap is gewijzigd voor minstens 30% ten opzichte van het belang in het oudste jaar met verrekenbaar verlies. In dat geval zijn de verliezen die zijn geleden vóór de belangenwijziging niet te verrekenen met winsten die na de belangenwijziging zijn genoten. In bepaalde gevallen blijft de beperking van de verliesverrekening achterwege. Is bijvoorbeeld een verlies geleden in een jaar waarin de bezittingen gedurende minimaal negen maanden voor hoogstens 50% bestonden uit beleggingen? Dan blijft verliesverrekening mogelijk als de gezamenlijke werkzaamheden van de belastingplichtige direct vóór de belangenwijziging niet zijn afgenomen tot minder dan 30% van de omvang in het oudste verliesjaar. Bovendien mag geen voornemen bestaan om de werkzaamheden binnen drie jaar alsnog zover te laten afnemen.
Vastgoedverhuur aan derden telt als belegging
De FE meent dat zij een beroep kan doen op de hiervoor behandelde uitzondering op de beperking van de verliesverrekening. Maar zowel de inspecteur als Rechtbank Noord-Holland gaat daar niet mee akkoord. Dat komt doordat de dochtervennootschappen van de nv hun onroerende zaken verhuren aan derden. Op basis van een wetsfictie telt deze verhuur als een belegging. De FE kan dus geen beroep doen op de uitzondering. De FE stelt nog dat hier geen sprake is van een misbruiksituatie. Maar de rechtbank merkt op dat de wetsfictie geen tegenbewijsregeling kent. De verliesverrekening is dus inderdaad beperkt.
Geef een antwoord