• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Optierecht wordt deelneming vanaf mogelijke uitoefening

18 juni 2024 door Remco Latour

deadline afmelden beconregeling

Stelt een optierechtovereenkomst dat de uitoefening van dat optierecht maandelijks mogelijk is? Dan is sprake van een deelneming zodra de uit te oefenen opties een belang van minstens 5% omvatten.

Stel, een holding sluit met een lichaam een optieovereenkomst af die recht geeft op een aandelenbelang van meer dan 5% in het lichaam. De uitoefenprijs is vastgesteld op de waarde in het economische verkeer van de aandelen bij het toekennen van de opties. Op grond van de optieovereenkomst is uitoefening van het optierecht maandelijks, in gelijke delen over een periode van een aantal jaar, mogelijk. Dit betekent dat de holding pas na die periode een belang van minstens 5% (dus een deelneming) kan verkrijgen. De vraag is dan of en zo ja vanaf welk moment de deelnemingsvrijstelling van toepassing op de voordelen uit hoofde van het verkregen optierecht.

Kennisgroepstandpunt

Volgens de Kennisgroep deelnemingsvrijstelling is de deelnemingsvrijstelling in beginsel van toepassing op de voordelen uit hoofde van het verkregen optierecht. Door het aangaan van de optieovereenkomst verkrijgt de holding een belang bij de aandelen van het lichaam. Bij uitoefening van het optierecht zullen die aandelen bij de holding een deelneming vormen. De deelnemingsvrijstelling geldt vanaf het moment dat uitoefening van het optierecht contractueel mogelijk is en die uitoefening leidt tot een aandelenbelang dat als deelneming kan kwalificeren.

Wet: art. 13, tweed lid, onderdeel a Wet Vpb 1969

Bron: Belastingdienst 18 juni 2024, KG:023:2024:5

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Verlies op ‘non-deliverable’ valutatermijncontract: dvs
Volgende artikel
CPB: Coronasteun had eerder mogen eindigen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Fonds voor gemene rekening

Internetconsultatie aanpassing fonds voor gemene rekening

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van het fonds voor gemene rekening.

woningbouw kavel

Woningcorporaties: miljarden vennootschapsbelasting ten koste van nieuwbouw

De vennootschapsbelasting die woningcorporaties betalen, loopt de komende jaren sterk op. Lag de jaarlijkse last de afgelopen jaren rond € 700 miljoen in 2029 wordt dat naar verwachting circa 1,5 miljard euro. Dat beperkt de investeringsruimte die nodig is om de woningnood aan te pakken. Aedes roept de formerende partijen daarom op de Vpb-plicht voor corporaties af te schaffen.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Standpunt uitlenen van gelden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. Het gaat om de vraag wat wordt verstaan onder ‘uitlenen van gelden die van derden zijn ingeleend’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel d, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×