• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Beperkingen pkv in WOZ- en BPM-zaken zijn legitiem

20 januari 2025 door Michel Halters

ozb

De Hoge Raad oordeelt dat de beperkingen van proceskostenvergoedingen (pkv’s) in de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM te rechtvaardigen zijn. De beperkingen zijn ingevoerd om overcompensatie te voorkomen en leiden geenszins tot een belemmering van de toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

In deze BPM-zaak heeft hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:2537) een bv een proceskostenvergoeding (pkv) toegekend voor kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand in het principale hoger beroep. Voor het door de bv ingestelde incidentele hoger beroep heeft het hof belanghebbende geen pkv toegekend. Volgens de Hoge Raad is dat niet terecht. Dit betekent dat het cassatieberoep van de bv gegrond is en dat de staatssecretaris wordt veroordeeld in de pkv van de bv voor de cassatiefase.

Beperkingen pkv vanaf 2024 discriminatoir?

Daarbij moet de Hoge Raad de sinds 1 januari 2024 bestaande regels uit de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM toepassen. Op grond van die wet zijn de pkv’s in WOZ- en BPM-zaken beperkt tot 25% of 10% van de vergoeding die in andere zaken kan worden toegekend. De vraag of deze beperkingen van de pkv voor WOZ- en BPM-procedures verenigbaar zijn met het discriminatieverbod uit internationale verdragen en met het Unierecht beantwoordt de Hoge Raad bevestigend. Na een uiteenzetting van de inhoud van de (nieuwe) wettelijke pkv-regeling, het doel en motivering daarvan door de wetgever, en de werkingssfeer van die regeling in het licht van de regeling voor uitzonderingsgevallen, oordeelt de Hoge Raad als volgt.

Voorkoming overcompensatie

De beperkingen van de pkv hebben als doel te voorkomen dat die pkv in veel gevallen zo hoog uitvalt dat afbreuk wordt gedaan aan het uitgangspunt dat een pkv niet méér beoogt te zijn dan een tegemoetkoming in de werkelijk gemaakte proceskosten. De wetgever heeft met de beperkingen van de pkv het oog gehad op gevallen waarin aan de belanghebbende rechtsbijstand wordt verleend op basis van het principe van ‘no cure, no pay’. Daarbij wordt met de rechtsbijstandverlener afgesproken dat de (eventuele) pkv aan hem wordt afgedragen en dat de belanghebbende verder geen financieel risico loopt. Het bedrijfsmodel van deze rechtsbijstandverlener is verder erop gebaseerd dat procedures op een zodanige wijze worden gevoerd dat de daarin toegekende pkv de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreffen. De beperkingen van de pkv gelden volgens de Hoge Raad echter niet voor gevallen waarin de rechtsbijstand kennelijk niet deze kenmerken heeft.

Objectieve en redelijke rechtvaardiging

Gelet op deze afbakening van de werkingssfeer van de beperkingen, is de wetgever volgens de Hoge Raad niet verder gegaan dan nodig is om het daarmee beoogde doel te bereiken. Voor de beperkingen bestaat een objectieve en redelijke rechtvaardiging. De beperkingen zijn daarom niet in strijd met het discriminatieverbod in internationale verdragen of met het Unierecht (doeltreffendheids- en gelijkwaardigheidsbeginsel).

Oordeel Hoge Raad in deze zaak

Omdat in deze zaak niet voldoende duidelijk is of het geval van belanghebbende buiten de werkingssfeer van de beperkingen valt, heeft de Hoge Raad belanghebbende de gelegenheid geboden dit aan te tonen. De Hoge Raad houdt daarom de zaak aan.

Wet: art. 30a Wet WOZ en art. 19a Wet BPM

Bron: Hoge Raad 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:46, 24/00575

Filed Under: Fiscaal nieuws, Formeel belastingrecht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Minister Heinen: anti-witwasaanpak moet veranderen
Volgende artikel
HR: verlaagd btw-tarief voor sportactiviteiten op strand

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

luxemburg

Informatiebeschikking over Luxemburgse bankrekeningen terecht

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de informatiebeschikking terecht heeft opgelegd voor de jaren 2008-2014. Voor de jaren 2015-2018 vervalt de beschikking omdat inmiddels aanslagen zijn opgelegd. De man moet alsnog binnen zes weken de gevraagde informatie over Luxemburgse bankrekeningen verstrekken.

Hof moet ontvankelijkheid hoger beroep aftrek zorgkosten partner opnieuw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt dat het hof het hoger beroep van een vrouw ten onrechte heeft afgewezen wegens het ontbreken van een volmacht. Het hof moet opnieuw onderzoeken of de vrouw zelf hoger beroep mocht instellen tegen de aanslag van haar ex-echtgenoot.

contant geld

Negatieve kas en contante stortingen rechtvaardigen navordering en boeten

Het Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen en vergrijpboeten heeft opgelegd aan een ondernemer met negatieve kasstanden en contante stortingen zonder bekende herkomst over 2011 en 2012. De man deed niet de vereiste aangiften en de bewijslast mag worden omgekeerd. Wel ontvangt hij 4.000 euro immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

schuld aansprakelijkheid beestuurder

Internetconsultatie evaluatierapport Wet homologatie onderhands akkoord

Het ministerie van Justitie en Veiligheid is een internetconsultatie gestart over het evalutatierapport Wet homologatie onderhands akkoord.

voorlopige aanslag 2021

Standpunt interne compensatie tussen IB en PVV bij ambtshalve vermindering belastingaanslag

De Kennisgroep formeel recht heeft de vraag beantwoord of interne compensatie tussen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen mogelijk is in het kader van het nemen van een beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van een belastingaanslag.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×