Het hof oordeelt dat de bv de afwaardering van dubieuze debiteuren aannemelijk heeft gemaakt. Reis- en verblijfkosten en kosten van een personeelsfeest zijn echter terecht als winstuitdelingen gecorrigeerd en deels beboet.
De bv exploiteert jeugdzorglocaties en heeft over 2013–2016 aangiften vpb ingediend. Na een anonieme tip start de inspecteur een boekenonderzoek. Daarbij corrigeert hij onder meer de afwaardering van dubieuze debiteuren, een vordering op een derde, verbouwingskosten, reis- en verblijfkosten en de kosten van een personeelsfeest. Voor 2015 en 2016 legt hij vergrijpboeten op. De rechtbank verklaart de beroepen grotendeels ongegrond en handhaaft de correcties, behalve voor de afwaardering van dubieuze debiteuren en de boetes 2015 en 2016. In hoger beroep is in geschil of de navorderingsaanslagen en boeten terecht zijn opgelegd. De bv stelt dat de kosten zakelijk zijn; de inspecteur vindt dat sprake is van winstuitdelingen en ondeugdelijke onderbouwing. Ook vraagt de bv om vergoeding van immateriële schade.
Afwaardering debiteuren slaagt
Het hof vindt aannemelijk dat de bv de oninbaarheid van de vorderingen op cliënten zorgvuldig en per debiteur heeft beoordeeld. De afwaardering rust op een reëel risico en blijkt achteraf juist, omdat alle betreffende vorderingen finaal zijn afgeboekt. De inspecteur heeft deze correctie ten onrechte aangebracht. Voor een afzonderlijke vordering op een derde geldt dat de bv geen stukken heeft overgelegd over de lening, de afspraken of de redenen voor afwaardering. Een mondelinge overeenkomst en vertrouwen tussen partijen zijn daarvoor onvoldoende. De inspecteur corrigeert dit deel terecht.
Reis- en feestkosten zijn winstuitdelingen
De reis- en verblijfkosten van aandeelhouders, hun familie en partners naar het buitenland zijn volgens het hof overwegend privé van aard. De kosten zijn daarom terecht als winstuitdeling aangemerkt en niet aftrekbaar. De kosten van het personeelsfeest zijn evenmin zakelijk: informatie van buitenlandse autoriteiten toont een grootschalig, luxe feest gericht aan een aandeelhouder, dat niet overeenkomt met de door de bv gestelde aard van een personeels- of cliëntenfeest. De bv levert geen gastenlijst, uitnodiging of andere onderbouwing. De boeten voor de correcties reis- en verblijfkosten, verbouwingskosten en personeelsfeest blijven daarom in stand, maar worden verminderd vanwege gedeeltelijke ongegrondheid en overschrijding van de redelijke termijn. De bv ontvangt € 2.000 immateriële schadevergoeding.
Wet: art. 8 Wet vpb 1969 en art. 3.25 Wet IB 2001
Bron: Gerechtshof Den Haag, 12-08-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:2317, BK-24/96 tot en met BK-24/99 | NDFR





Geef een reactie