Het Gerecht is van oordeel dat bij belanghebbende niet de overheersende bedoeling bestond om het perceel grond duurzaam in haar onderneming te gaan exploiteren. Derhalve kan het perceel grond niet aangemerkt worden als een bedrijfsmiddel. De met de verkoop van het perceel genoten winst kan om die reden niet aangewend worden voor het vormen van een vervangingsreserve.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:OGEABES:2017:4
Geef een reactie