De Belastingdienst mag een gesloten bestelbus gebruiken als een referentievoertuig bij de berekening van de BPM voor een kampeerauto.
Een man doet op 29 december 2020 aangifte BPM voor een kampeerauto. Deze auto is op 12 april 2018 voor het eerst op de weg toegelaten. De kilometerstand van de auto is 29.305 kilometer. Volgens een keuring van de RDW is de CO2-uitstoot van de kampeerauto 178 gram per kilometer. Tussen de man en de fiscus ontstaat een geschil over de hoogte van de af te dragen BPM. De inspecteur heeft na de bezwaarfase de bruto BPM berekend op € 21.186. Daarbij is hij voor de ombouw tot kampeerauto uitgegaan van een gesloten bestelauto. Maar de man stelt onder meer dat het logischer is om uit te gaan van een pick-up truck. In dat geval zijn namelijk minder aanpassingen en verwijderingen nodig, aldus de man. Hij komt dan uit op een bruto BPM van € 10.996.
Alsnog vermindering van naheffingsaanslag BPM
De rechtbank haalt echter uit een fabrieksrapport dat de kampeerauto wel degelijk is gebaseerd op een gesloten bestelauto. De Belastingdienst heeft daarom het juiste type als referentie gebruikt. De man heeft daarnaast nog enkele andere referentievoertuigen voorgedragen, maar drie daarvan staan te koop in België. Daarmee zijn deze drie voertuigen geen goed vergelijkingsmateriaal voor de waarde op de Nederlandse markt. Toch is het beroep van de man gegrond. Uit het fabrieksrapport van een door de fiscus aangedragen referentievoertuig vloeit namelijk een bruto BPM van € 11.637. De rechtbank vermindert daarom de naheffingsaanslag BPM met € 6.299.
Wet: art. 6 BPM
Geef een reactie