• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Laatste woord over verhuur tuinhuisje is nog niet gezegd

24 april 2020 door Remco Latour

Onlangs gaf prof. Gerard Meussen zijn commentaar op de uitspraak van Hof Amsterdam met betrekking tot de verhuur van een tuinhuisje. Meussen meent dat de hofuitspraak niet consistent is met de kwalificatie die het hof aan het tuinhuisje heeft gegeven.

De casus was kort samengevat als volgt. Een echtpaar bezat in 2015 een eigen woning met een tuinhuisje. De echtgenoten hadden het tuinhuisje gedurende een periode van 21 dagen in 2015 verhuurd. Vervolgens verhuurde het echtpaar hun tuinhuisje. Hof Amsterdam oordeelt dat de huur onbelast is en dat het tuinhuisje evenmin in box 3 valt. Zie: ‘Verhuur (deel van) eigen woning’ en ‘Tuinhuisje verhuurd? Huur onbelast, huisje in box 3!’.

Niet dienstbaar aan eigen woning

Meussen snapt de hofuitspraak niet en denkt daarin niet de enige te zijn. Hij begint met de behandeling van de eerste vraag: is het tuinhuisje een aanhorigheid. Nu is het woord ‘aanhorigheid’ honderden jaren oud en daardoor niet zo helder voor de moderne mens. Volgens de Hoge Raad is van groot belang of een onroerende zaak dienstbaar is aan een ander gebouw. Het desbetreffende arrest zag trouwens op de afschrijvingsbeperking voor gebouwen. Zie: ‘Hoge Raad bevestigt ruim begrip aanhorigheid’. Hoewel de partijen in de zaak voor Hof Amsterdam waren overeengekomen dat het tuinhuisje een aanhorigheid was, ziet Meussen dat anders. Een verhuurd tuinhuisje is immers niet meer dienstbaar aan de eigen woning. Het is een zelfstandig opbrengst genererend object en daarmee geen aanhorigheid, aldus Meussen.

Hof keert tijdelijk ter beschikking staan om

Het hof accepteert het standpunt van de partijen dat het tuinhuisje een aanhorigheid is en daarmee tot de eigen woning behoort. Vervolgens is de vraag of de regeling voor tijdelijke verhuur geldt. Het hof meent dat de wettekst duidelijk is: het gaat alleen om de hele eigen woning. De verhuurregeling is dus niet van toepassing. Vervolgens plaatst het hof het tuinhuisje in box 3. Dat is merkwaardig, want fiscaal gezien is sprake van een eigen woning als een woning de belastingplichtige anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. Het hof meent dat het tuinhuisje door de verhuur de eigenaar nog maar tijdelijk ter beschikking staat. Daarmee draait het hof in de ogen van Meussen het begrip ‘tijdelijk ter beschikking staan’ om.

Welke periode in box 3?

Wanneer het hof het tuinhuisje in box 3 plaatst, roept dit bovendien de vraag op voor welke periode di geldt. De vermogensrendementsheffing is immers afhankelijk van het vermogen op de peildatum. Als op de peildatum geen huurder in het tuinhuisje zit, kan het dan wel in box 3 belast zijn? Daarbij komt nog dat de wet bepaalt dat tijdelijke verhuur niet het karakter van de eigen woning ontneemt. Al met al meent Meussen dat de hofuitspraak geen stand zal houden in cassatie. Hij verwacht dat de Hoge Raad zal oordelen dat:

  • geen sprake is van een aanhorigheid, zodat het tuinhuisje in box 3 valt; of
  • het tuinhuisje is wel een aanhorigheid. In dat geval zal een verdere discussie plaatsvinden over de toepassing van de tijdelijke verhuurregeling.

Wet: art. 3.91, eerste lid, onderdeel c, 3.111, zevende lid, 3.113, 3.114 en 5.3, tweede lid, onderdeel a Wet IB 2001

Kijk hier naar een compilatie van de uitzending

Meer weten?

Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. Wekelijks (40x per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95. 

Filed Under: Eigen woning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Tijdelijke wet Covid-19 treedt in werking
Volgende artikel
Besluit noodmaatregelen coronacrisis geactualiseerd

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

eigenwoningschuld

Standpunt overgangsrecht bestaande eigenwoningschulden en fictieve vervreemding eigen woning

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of het recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden kan herleven als sprake is van een fictieve vervreemding van de oude eigen woning en vervolgens een nieuwe eigen woning wordt gekocht.

vrouw laptop

Beantwoording nadere vragen Eerste Kamer over gezamenlijke basistarief

Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de 1e schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Wet betaalbare huur

Woning in Nederland geen toekomstige eigen woning; Duitse lening wel aftrekbare box-3-schuld

Het hof beslist dat een in Nederland gelegen appartement niet onder de overbruggingsregeling van art. 3.111 lid 3 Wet IB 2001 valt. De woning hoort daarom in box 3. De in Duitsland afgesloten lening is wél aangegaan voor de aankoop van de woning en verlaagt de rendementsgrondslag.

Villabelasting niet in strijd met algemene rechtsbeginselen

Hof Amsterdam oordeelt dat het verhoogde eigenwoningforfait voor woningen boven €1,1 miljoen en de afbouw van de Hillen-regeling niet in strijd zijn met het gelijkheids- of evenredigheidsbeginsel. Ook is geen sprake van discriminatie onder art. 14 EVRM of strijd met art. 1 EP EVRM.

Strikte toepassing grens startersvrijstelling bij overdracht woning

Een koper van een woning die net boven de grens voor de startersvrijstelling zit, moet de volledige overdrachtsbelasting betalen. De rechtbank volgt strikt de wet en ziet geen ruimte voor uitzondering, ook al is het verschil met de waardegrens gering.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass in de Eigenwoningregeling

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×