• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Tax Technology
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Opleidingen
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Partners
    • CROP

Rechter moet BOR-geschil over kwalificatie panden behandelen

18 juni 2021 door Remco Latour

Mr. drs. Onno Adriaansens geeft zijn commentaar op een arrest over wat de belastingrechter moet onderzoeken in een geschil over de kwalificatie van een pand als ondernemingsvermogen voor de bedrijfsopvolgingsregeling.

Hof Amsterdam had moeten beoordelen in welke mate enkele erfgenamen de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) mochten toepassen op verkregen certificaten. Het ging om certificaten in drie bv’s. Deze vennootschappen hielden zich bezig met de ontwikkeling en verhuur van onroerende zaken. Het hof oordeelde dat de activiteiten op het gebied van projectontwikkeling en op het gebied van verhuur verschillende ondernemingen vormen. Zij zijn niet aan te merken als één onderneming. Bovendien vormen de verhuuractiviteiten volgens het hof geen materiële onderneming. Deze oordelen houden stand voor de Hoge Raad.

Berekening ondernemingsvermogen

Maar de erfgenamen betwisten ook de berekening van het ondernemingsvermogen door de Belastingdienst. Zij menen dat de inspecteur een aantal panden onjuist heeft gekwalificeerd. De Hoge Raad oordeelt dat het hof dit geschilpunt ten onrechte niet heeft behandeld. Daarmee volgt de hoogste nationale rechter het advies van de Advocaat-generaal op. Zie: ‘Ga bij BOF-toetsing na of vastgoed bv ‘keuzevermogen’ is’. Hof Den Haag krijgt de opdracht nader te onderzoeken welke panden in redelijkheid zijn toe te rekenen aan de projectontwikkelingswerkzaamheden.

Commentaar mr. drs. Onno Adriaansens

Taxence vroeg mr. drs. Onno Adriaansens, Hoofd Vastgoed Desk van RSM Netherlands Belastingadviseurs N.V., om zijn reactie.

‘De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van Hof Amsterdam: de verhuuractiviteiten welke ter zitting door belastingplichtige zijn aangevoerd omvatten niet meer dan normaal vermogensbeheer. De BOR is dus alleen van toepassing op het vermogen dat is toe te rekenen aan de projectontwikkelingsactiviteiten. En daar zit het hem juist in; belastingplichtige betwist in het beroepschrift bij het Hof de door de Inspecteur toegepaste kwalificatie van een aantal panden welke toe te schrijven zijn aan de projectontwikkeling. Een vermogensetiketteringskwestie dus. Het Hof heeft de door de Inspecteur toegepaste kwalificatie gevolgd zonder zich uit te spreken over het hierover bestaande geschil. Genoeg reden voor de Hoge Raad om de zaak te verwijzen, ik meen naar Hof Den Haag.’

Roep op versobering BOR

Niet meer dan een klein lichtpuntje voor de praktijk meent Adriaansens, althans voor de projectontwikkelaars en het is nog even afwachten hoe Hof Den Haag zal oordelen in onderliggende casus. Daarnaast merkt Adriaansens op dat er geluiden vanuit de politiek opgaan om de bestaande BOR in de inkomstenbelasting en de erf- en schenkbelasting te versoberen. ‘De relatief lage gecombineerde belastingdruk (inkomsten en erf-/schenkbelasting) die op basis van de huidige regeling uitkomt op ca. 3,4% of lager zal in dat geval dus een stuk hoger worden. Bij een eventuele afschaffing van de BOR kan deze zelfs oplopen tot 41,5%. Of en op welke wijze de BOR wordt aangepast, is nog de vraag. Wel lijkt het duidelijk dat de regeling in elk geval niet ruimhartiger zal worden dan dat die op dit moment is.

Wet: art. 3.2 Wet IB 2001 en art. 35b en 35c, derde lid SW

Bron: Hoge Raad 18 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:951, 20/01485

Filed Under: Estate Planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Koop auto blijft in stand ondanks hoger MRB-tarief
Volgende artikel
TOZO gewijzigd per 14 juni 2021

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Van ex overgenomen hypotheek moet aan nieuwe eisen voldoen

‘Huwelijksvermogensrecht niet meer van deze tijd’

Het aantal samenwoners is fors toegenomen. Maar veel stellen hebben hun zaken juridisch niet goed geregeld. Dat zorgt voor problemen als de relatie strandt.

Partneralimentatie per 1 januari 2020

Wet pensioenverdeling bij scheiding uitgesteld

De Wet pensioenverdeling bij scheiding zal niet per 1 juli 2022 ingaan. In de Kamerbrief bij het wetsvoorstel toekomst pensioenen gaat minister Schouten ook in op het wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding. De minister schrijft daarin dat zij van plan is om de inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel op te schuiven naar 1 januari 2027.

Onterechte aanslag successie voor later erkende erfgenaam

Mr. Samir El Oiskhiri geeft zijn precommentaar op een arrest van de Hoge Raad. In dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat de Belastingdienst ten onrechte een navorderingsaanslag successierecht ter zake van een belastbare verkrijging in 2008 oplegde. Pas in 2014 heeft Rechtbank Amsterdam het vaderschap vastgesteld van de erflater ten aanzien van belanghebbende. Daarom kon er in 2008 nog geen sprake zijn van een belaste verkrijging.

bezwaartermijn omzetbelasting

Beleid verzoek termijnverlenging bij vererving ab-aandelen

De staatssecretaris van Financien deelt naar aanleiding van een Wob-verzoek het interne beleid met betrekking tot een verzoek om termijnverlenging bij de toepassing artikel 4.12a Wet IB 2001?

Rentevoordeel van doorschuiven verlaagt belastinglatentie

Volgens de Hoge Raad valt te verdedigen dat een erfgenaam van een aanmerklelijk belang door doorschuiven een rentevoordeel geniet dat de waarde van de belastinglatentie vermindert.

Geef een antwoord Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Specialisatieopleiding Estate Planning

PE-pitstop Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

Congres Estate Planning 2022

Verdiepingscursus Erven en Schenken

Masterclass Familiestatuut bij bedrijfsopvolging

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×