Tussen partijen is in geschil welk deel van de investering in de onroerende zaak van NAf 2.500.000 aan de ondergrond kan worden toegerekend. Geen van beide partijen is erin geslaagd de door hem voorgestane waarde van de ondergrond aannemelijk te maken. Gelet op hetgeen door partijen over en weer is aangevoerd, stelt het Gerecht de waarde van de ondergrond in goede justitie vast op NAf 900.000….
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:OGEAC:2019:84&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie